Cuvée De Frel: De achtervolging van de Havanna man

Nee, ik word geen schrijver van detectives, alhoewel de titel mij wel integreert en ik al nadenk over een plot. Al eerder heb ik in deze krant een indruk gegeven over de complexiteit van het jargon van de wijnliefhebber of wijnprofessional. Het valt mij op dat vele mensen slordig omgaan met geuren en smaken, menigeen is eenvoudigweg niet geïnteresseerd in de veelheid aan geuren en smaken, men beleeft het niet. Dit schrijvende bedoel ik niet louter wijn, persoonlijk kan ik intens genieten van geurimpressies van struiken of bloemen in bloei, van kruiden of van de geur van humus tijdens een boswandeling op een zonnige zondagmorgen na een regenbui. 

Gare du Nord

Voor corona stopte mijn trein op het Gare du Nord in hartje Parijs. Met gezwinde pas verliet ik de Thalys trein en het prachtig geornamenteerde station. Mijn neusvleugels begonnen enigszins te trillen toen ik de geroosterde tonen van een kwaliteitssigaar rook, een sublieme Havanna. Ik werd gedwongen om een eindje achter de Havanna man te blijven lopen.

Wijnterminologie 

Achter de gebruikte termen zit voor de wijnkenner en wijnliefhebber een wereld van begrip. Een wijn die grassig of groen smaakt is waarschijnlijk het product van te vroeg geplukte druiven. De zuren zijn rauw en vormen geen harmonisch geheel met andere smaakcomponenten, die overigens dan ook niet in voldoende mate aanwezig zijn. Laf en flauw is een wijn die zuren mist, zo’n wijn heeft geen mooie afronding en valt vlak weg. Gelukkig zijn er ook vele levendige, vitale wijnen, fris en vol jeugdig elan. Soms zegt men dat een wijn een bodemsmaak heeft, op z’n Nederlands niet bepaalt aantrekkelijk en toch is het een positieve kwaliteit. Als je de Franse term voor deze smaak hoort dan smaakt de wijn meteen al een stuk beter, namelijk ‘goût de terroir’, hiermee wordt bedoeld dat de wijn treffend getuigt van de bodem waarin de wijnstok wortelt. Bijvoorbeeld in Châteauneuf-du-Pape waar de bodem is bedekt met grote keien, die men ook wel ‘Galets Roules’ noemt. De bodem en de ondergrond zijn robuust en zo is de wijn ook. 

Zo compleet anders is de bodem in het gebied waar de Sancerre, Poully-Fumé en Menetou-Salon worden gewonnen aan de Loire. Argilo-calcaire noemen we deze bodem, argile staat voor klei en calcaire voor kalkhoudend. Deze combinatie staat voor een perfecte waterhuishouding en mineraliteit. Deze wijnen worden geproduceerd van de Sauvignon-druif en de geur, het boeket van de wijn is zo kenmerkend dat de wijnliefhebber deze wijn onmiddellijk zal herkennen. Bijzonder is dat sommige geuren in het Nederlands een negatieve connotatie hebben terwijl deze in het frans juist positief bedoeld worden. De geur van deze wijnen van de Sauvignon-druif wordt ook wel kattenpis genoemd of de geur van de buxus struik, deze geur komt inderdaad wel dicht bij kattenpis maar wordt niet als vies beschouwd, in tegendeel. Nog zo één, ‘goût de pétrol’, oliegeur, kan deze term ook positief worden uitgelegd? Jazeker, hiervoor moeten we naar de Rieslingdruif in Frankrijk naar de Elzas maar vooral in Frankrijk aan de Rijn en de Moezel. De Rieslingdruif, afkomstig van een steenrijke bodem, bijvoorbeeld leisteen, vormt na jaren van rijping een olieachtig boeket en dat smaakt bijzonder, complex en vooral aangenaam. Een mooie, rijpe witte Bourgogne van de Chardonnay-druif kan een volle geur, een boeket van roomboterbabbelaars prijsgeven. 

‘De wijn heeft kurk’, dat is een zeer negatieve indruk van een wijn, veroorzaakt door gechloreerde verbindingen in de kurk. De wijn smaak louter naar kurk en is ondrinkbaar, ronduit smerig. Een wijnhandelaar zal een dergelijke fles dan ook zonder probleem vervangen. 

De wijn heeft een mooie kleur en is lekker

Aangezien de kleur al veel over het karakter van een wijn kan vertellen is het raadzaam om de kleurintensiteit en kleurschakering zo precies mogelijk te benoemen. Een rode wijn kan diep van kleur zijn, maar ook heel licht en dun. Hij kan robijnrood, paarsrood, purper, violet, granaatrood, steenrood, dakpannenrood, mahonie of zelfs roestbruin zijn. Denk bij de laatste kleurtoon aan een rijpe vintage Port of een rijpe Sherry Ximenez. Een witte wijn kan waterig bleek of amberkleurig zijn en alles er tussenin. Van groenig via geel, goudgeel tot oud goud. Zo gedetailleerd kan een als er een kleur kan worden beschreven zo kan er ook over de geur en smaak worden gesproken. Ter wille van de systematiek is een schema ontwikkeld van een tiental geurgroepen met daarbij behorende geurassociaties. Enkele van de belangrijkste van de florale groep zijn viooltjes, lelies, rozen, kamille, acacia, lindebloesem en meidoorn. Dan de fruitgroep met onder andere appel, peer, perzik, meloen, framboos, aardbei, braam, pruimrozijn, walnoot, hazelnoot en amandel. De kruidengroep met onder andere anijs, laurier, munt, venkel, tijm en specerijen zoals nootmuskaat, kaneel en kardemon. Tot de balsemachtige geuren rekent de wijnproever onder andere hars, eucalyptus, pijnboom, teer en de eerder beschreven ‘goût de pétrol’. We kunnen nog een tijdje uitweiden over chocolade, gekookte bietjes, zoethout, zadelleer, azijn en mottenballen. Een goede wijn kan rijkgeschakeerd zijn en dus komt men dan tot de benoeming van de smaak tot de combinatie van aroma’s. Soms zeer complex en verfijnd verweven. Maar met het smaakaroma is men er nog niet, want een wijn heeft ook een smaakstructuur en intensiteit. Een wijn kan in de mond vlezig, stoffig, stroef, droog, hard, rauw, romig, vettig, dik, glad en nog veel meer zijn. Soms lees je of een wijn  vrouwelijk, dan wel mannelijk is, lastig wanneer je weet dat er gespierde vrouwen en frêle mannen zijn… Alle geur- en smaakcomponenten en dan bedoel ik de schakeringen, de structuur en de intensiteit moeten een harmonisch geheel vormen. 

Jill Sanders No.4

De oude houten terrasstoel had ik 45 graden gekanteld tegen de witgepleisterde muur van het eenvoudige eethuis van het Portdorp Pinhao. Genietende van het prachtige uitzicht van de ruige granieten vallei werden mijn oogleden zwaar, te zwaar. De zon zonk stiekem weg, alleen vogels onderhielden de verbinding tussen Morpheus en de wereld. Een zweem van Jill Sanders no.4 prikkelde de reukzintuigen, het inwendige alarm werkte want het was dezelfde parfum die ik had opgemerkt in de hotelkamer van de gewurgde wijnkoper Charles Hamilton. Ik ontwaarde een jonge vrouw, elegant gekleed met een haute couture hoofddekstel alsof ze zou meedingen naar de hoogste eer op Ascot. De enige, niet onbelangrijke, dissonant was dat zij een koele, staalblauwe Magnum-45 revolver op mij gericht hield. 

De moraal van dit verhaal: Ontwikkel je wijnkennis en je wordt betrokken in een internationale wijnfraude of redt het vege lijf aan de Douro in Portugal.

Lees hier de online krant van deze week.

Cuvée De Frel: Chaos in de Franse wijnbouw

Op de Apostelhoeve in de punt van zuid Limburg is er alle reden tot glunderen de warme zomer en langdurige nazomer leverde een excellente oogst op. De vraag is echter of hij de komende jaren de druiven even makkelijk ziet rijpen?

Klimaatverandering

Zoals wetenschappers al jaren duidelijk maken is er sprake van een structurele klimaatverandering. De uitdrukking ‘broeikaseffect’ hoor je niet zoveel meer maar feit is dat steeds meer ingestraalde zonne-energie wordt vastgehouden. De atmosfeer warmt daardoor steeds verder op ik kan mij ook niet herinneren dat we medio oktober nog lekker op het terras kunnen zitten met temperaturen boven de twintig graden. Overigens zijn er altijd klimaatveranderingen geweest. Zo was er in de zeventiende eeuw sprake van een ‘kleine ijstijd’ Het leverde hier te lande een groot aantal schilderijen op met winterse taferelen. Terwijl in de twaalfde en dertiende eeuw de temperaturen kennelijk hoger waren dan nu. In die tijd waren er wijngaarden tot vlak onder de 53e breedtegraad, in Engeland, in Pruisen en ook in ons land werden druiven geoogst voor wijnbouw.

Hugo Hulst

In 1970 werden door Hugo Hulst de eerste wijnstokken weer aangeplant op de zuidhellingen van het Jekerdal bij Maastricht. Weer aangeplant want de Nederlandse wijntraditie dateert van de Romeinse tijd. De eerste oogst leverde 1400 flessen op tegenwoordig produceert de Apostelhoeve meer dan 110.000 flessen. Zoon Mathieu en kleinzonen Robin en Gilbert bestieren nu het wijndomein waarbij opa Hugo ook nog regelmatig om de hoek komt kijken en zich niet onbetuigd laat.

Temperatuurstijging

De gemiddelde temperatuur is de laatste honderd jaar in ons land met bijna twee procent gestegen. Zo zien we een enorme toename van het aantal wijngaarden in Nederland, momenteel zijn er ongeveer 200 wijngaarden in Nederland. Maar ook Denemarken telt zo’n dertig wijngaarden en in België wordt onder andere Chardonnay en Pinot-Noir verbouwd waarvan de wijnen kunnen wedijveren met grote wijnen uit de Bourgogne. Echter een nog grotere temperatuurstijging zeg tot 4 graden heeft grote consequenties. Op het zuidelijke halfrond, in Australië in delen van Argentinië en Chili zal de wijnbouw verdwijnen en dat geldt ook voor Griekenland, de zuidelijke laars van Italië en zuid Spanje, zoals het sherrygebied Jerez. In de Franse wijnbouw zal chaos ontstaan. De nauwe relatie die er is tussen terroir (bodemsamenstelling) en druivenvariëteiten, zoals vastgelegd in de wijnwetgeving zal dan van geen enkele waarde meer blijken te zijn. De klimatologische veranderingen zullen vanzelfsprekendheden van nu volledig omverhalen. Wetten kunnen nog wel worden veranderd maar het diepgewortelde geloof omtrent de juiste druiven variëteit(en) in een bepaald gebied en de smaak van een wijn uit een concrete streek is minder makkelijk uit te bannen.

Châteauneuf du Pape uit Bourgogne

Als de gemiddelde jaartemperatuur met nog eens twee graden stijgt zal de geografie van wijn dramatisch veranderen. Rioja, Toscane en de Dourovallei zullen Frankrijk binnentrekken. Rioja vinden we dan waar nu de Pays d’Oc is, Toscane waar nu de Provence is. De Rhônewijnen schuiven op richting Bourgogne. Port moeten we gaan produceren in Bordeaux, terwijl de Bordeauxwijnen in de omgeving van de Loire worden gevinifieerd. De Chardonnay wijnen van Chablis en omgeving kunnen zich waarschijnlijk in dat gebied handhaven want het is een druivenras dat in diverse klimaten kan gedijen. Maar Chablis zal niet meer zo strak, zo koel en zo mineralig van smaak zijn. Chablis zal dan volle, ronde en rijke wijnen voortbrengen zoals we deze kennen uit Napa-Valley. De grote rode Bourgognes komen dan uit de Elzas.

Ede het centrum van de Champagne

Champagne, de aristocratische en luxe mousserende wijn die nu nog exclusief wordt geproduceerd in het gebied rondom Reims en Epernay en in het dal van de Marne zal dan gemaakt kunnen worden in het gebied van de Gelderse Vallei, rond Ede en Wageningen en in het dal van de Lunterse Beek. Is dat het voorland van onze kleinkinderen? Het lijkt een oppervlakkige beschouwing, een paradijselijke droom. Champagne is een wereldrank. Wijnliefhebbers herkennen deze bruisende wijn als het toppunt van elegantie, verfijning en complexiteit. De Gelderse Vallei en in het bijzonder de Vallée de Lunteren wordt een begrip in de wereld.

Rentmeesters

Niettemin moeten we met z’n allen wensen dat het nooit zover zal komen. Wat doen we eraan? Letten we op wat we kopen en passen we onze levensstijl en productieprocessen aan, zoals nu zo actueel is? Beheren we ons rentmeesterschap naar behoren? In het belang van onze kleinkinderen, laat ze geen champagneboeren worden.

Lees hier de online krant van deze week.

Lunterse beschouwinkjes: De Lunterse Beek

De Lunterse Beek is vooral bekend als viswinkel en visrestaurant In het centrum van Lunteren. De Lunterse Beek was  echter een -voor de waterafvoer- zeer belangrijke beek In de Gelderse Vallei. De huidige Lunterse Beek loopt heden ten dage nauwelijks door Lunteren en in de loop der tijd zijn er tientallen kilometers van de Lunterse Beek verdwenen.

De huidige Lunterse Beek

De beek ontspringt tegenwoordig bij de rondweg ongeveer 200 m ten noordoosten van de kruising met de Klomperweg. De Lunterse Beek kronkelt dan langs de Stroet naar het Werk aan de Daatselaar en langs Renswoude. Ten zuiden van Scherpenzeel mondt de inmiddels brede beek dan uit in het Valleikanaal. De huidige Lunterse beek is nog maar 11 kilometer lang en wordt gevoed door de Overwoudse Beek, de Nederwoudse Beek, de Sprakelaars Beek en de Fliertse Beek. De beek wordt beheerd door het Waterschap Vallei en Veluwe.  

De vroegere Lunterse Beek

De oorspronkelijke  Lunterse Beek was wel 35 km lang en was gedurende honderden jaren  zeer belangrijk voor de waterafvoer in de Gelderse vallei. De beek ontsprong in de buurt van Kootwijk. Langs de loop van de beek ontstonden buurtschappen als De valk, Westeneng, Meulunteren, Lunteren, Renswoude, Scherpenzeel, Woudenberg en Leusden. De Lunterse Beek mondde uiteindelijk uit in de grachten in Amersfoort. De Amersfoortse grachten werden eeuwenlang gevoed met zeer schoon Lunters water!  Uiteindelijk stroomde dat water naar de Zuiderzee, via de Eem. De Eem was daarmee eigenlijk een soort vervolg van de Lunterse Beek.  

Verzanding en conflicten

Door allerlei oorzaken verliep de waterafvoer via de Lunterse Beek geleidelijk aan niet meer goed. Door veel zandtoevoer verzandden de Amersfoortse grachten en was het peil in de Lunterse Beek te hoog. Er  werd gekozen om het water via de Barneveldse beek af te voeren. Hierdoor verzandde uiteindelijk de bovenloop van de Lunterse Beek tot Lunteren.

Valleikanaal en Heiligerberger beek

Eind jaren dertig werd het Valleikanaal gegraven. Daarbij werd tussen Scherpenzeel en Leusden gedurende een kilometer of vijf de loop van de Lunterse Beek gevolgd. 

De loop van de oorspronkelijke Lunterse Beek van Leusden tot Amersfoort heet tegenwoordig Heilgerberger Beek.

Daarmee is de eens zo lange  Lunterse Beek gereduceerd van 35 tot 11 kilometer. 

Kunstwerken

De Lunterse Beek  kent twee soorten kunstwerken. Kunstwerken in de bouwkundige betekenis van het woord: sluisjes, bruggetjes  en vistrappen. 

Daarnaast  zijn  dat twee artistieke kunstwerken. Ze zijn gemaakt door Floor van Dusseldorp (1940) en ze verbeelden de oude loop van de Lunterse Beek, dwars door het dorp Lunteren. Het eerste kunstwerk,  bij het station, heet ‘de Bron’ en werd in 2015 onthuld. Het zijn  zilverkleurige golven met daarop dichtregels van Paul van Ostaijen: ‘klein de druppel / verborgen in lagen van tijd / opwellend het water / onmisbaar voor de mensheid’. Via   zilverkleurige steentjes in de Wilbrinkstraat, die waterdruppels symboliseren,  is het verbonden met het tweede kunstwerk van Van Dusseldorp: ’Meander’ (2006) in de Dorpstraat. Dat bestaat uit een- in het plaveisel  aangebrachte-  blauwe meanderende beek, met daarin de volgende dichtregels: ‘Smal de geul / water van veluw tot vallei / herinnering stroomt / in zilver en blauw voorbij’.  

Lunterse Beek en natuurschoon

De Lunterse Beek heeft  nog steeds zeer mooi zuiver water en prachtige natuur, met name het gedeelte waar de beek de Slaperdijk kruist, net ten zuiden van het Werk aan de Daatselaar en ten oosten en noorden van  Renswoude. De beek is onderdeel van de ecologische hoofdstructuur tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Er lopen, vliegen en zwemmen ijsvogels, ooievaars, lepelaars, padden, hazen, fazanten en tientallen vissoorten.  

Martijn Stöfsel

bronnen:

– www.spoorbeeld.nl

– www.straatpoezie.nl 

– Wegwies, nummer 5, 2020

Lees hier de online krant van deze week.

 

 

 

 

Onverhuld: Relatietherapie

Eerst nog even terug naar mijn vorige bijdrage over de Zilvervloot. Een kennelijk trouwe lezer attendeerde mij erop dat die vorm van sparen voor kinderen nog steeds bestaat. Toen ik het betreffende kantoor van die bank uit de regio (…) in L. lopend passeerde kreeg ik de brochure erover mee. Het blijft een fijn dorp.

Dan die relatietherapie, want u bent natuurlijk benieuwd. Wie betreft dit, want zo’n therapie is er toch vooral voor iemand anders en niet voor jou; prima relatie heb ik zelf.

Ik help u uit de droom. Die relatietherapie hebben we vandaag de dag allemaal nodig, althans volgens minister Dilan Yesilgöz van Veiligheid en Justitie. In een recente lezing probeert zij antwoord te geven op huidige vraagstukken als populisme, wokisme, polarisatie en complottheorieën, eigenlijk wat we dagelijks in de krant lezen. Een moedig verhaal vind ik zelf. Het probleem is wel dat het, zo vrees ik, niet verder komt dan de bekende groep die een kritische ochtendkrant leest.

De populist die zegt dat de democratie is gekaapt door een corrupte elite die de goede burgers het zwijgen heeft opgelegd en niet naar ze wil luisteren heeft de wind erg mee. Daarom zijn er die crises over wonen, asielopvang, stikstof en energie. Dagelijks hoor je wel een politicus die precies weet hoe het komt en dat zijn collega van een andere partij er totaal niets van begrijpt. Maar is er dan een oplossing?

En zo komt de relatietherapie om de hoek kijken. Herstel de relatie tussen de bewoners en de politiek. Dan komt het moedige van de lezing. Iedereen maakt fouten, ook in een relatie. Praat daarover, hoe kwam het, hoe kunnen we het oplossen en het belangrijkste durf die fouten ook toe te geven. Dat moet ook voor de overheid gelden, van gaswinning tot toeslagenaffaire en van corona-aanpak tot stikstof.

Durf het uit te leggen en toe te geven. Dat is moeilijk en niet alleen uit eigenwijsheid, vooral uit kwetsbaarheid. Wat gaat de ander doen, betekent dat mijn einde? Daarom hoort bij toegeven, ook vergeven. En dat laatste kennen we nauwelijks in de politiek. Als we dat zouden kunnen, dan kunnen we crises beter en in ieder geval veel sneller oplossen.

Lees hier de online krant van deze week.

Ruzie maken: wil je gelijk of geluk?

Er zijn op dit moment veel grote en kleine conflicten In de wereld: de oorlog In de Oekraïne, de strijd van de boeren tegen het stikstofbeleid van de overheid, ruzie In het Lunters museum en iedereen heeft wel eens meningsverschillen of ruzies in relaties, op het werk of met vrienden. Hoe worden meningsverschillen eigenlijk ruzies en wat kan je eraan doen?

Patroon in ontstaan van ruzie

Daar waar mensen met elkaar samenleven of samenwerken zijn er altijd grote en kleine verschillen. Die kunnen leiden tot meningsverschillen en heftige ruzies.

Bij de ontwikkeling van meningsverschillen naar ruzies doet zich een karakteristiek patroon voor, dat bestaat uit drie fasen of niveaus: het wens- of onderhandelings-niveau, het verwijt-niveau en het ruzie of escalatie-niveau.

Wens of onderhandelings-niveau: IK…

Mensen hebben wensen en die kunnen verschillen. Belangrijk is om die verschillen op een vriendelijke manier naar elkaar uit te spreken. Op die manier kan er gezocht worden naar een compromis tussen twee meningen of wensen. Indien dat met wederzijds respect gebeurt is dat meestal geen probleem.   Samenleven en samenwerken betekent nu eenmaal dat je niet altijd je zin kunt krijgen. 

Belangrijk in deze fase is: dat mensen weten wat ze willen of vinden en ze zich daarover tijdig (en respectvol) uitspreken en dat doen in de ’ik’-vorm.

Verwijt-niveau: JIJ…

Indien meningsverschillen niet uitgesproken worden of iemand zich niet gehoord voelt, gaan er irritaties ontstaan. Irritaties zijn niet gehonoreerde wensen, die als verwijt geuit worden. De ander hoort dan vooral het verwijt en niet meer de onderliggende wens. 

Er wordt dan gepraat  in de ’jij’ vorm. Vaak met stemverheffing of geïrriteerde lichaamstaal. Er is dan nog maar weinig ruimte en begrip voor de ander. 

Op dit niveau valt er niet meer naar een compromis toe te werken.

Ruzie of escalatie niveau

Indien er nog wat ‘oude koeien’ om ruzie over te maken in de sloot liggen, kunnen die er meestal op een gegeven moment bijgehaald. Beide gesprekspartners verschansen zich in deze fase in de loopgraven van hun eigen gelijk. Er kan meestal alleen nog ongenuanceerde modder (of erger) naar de ander worden gegooid. Er is geen ruimte meer het  gezichtspunt van de ander. Indien dit proces niet tijdig gestopt wordt door middel van bijvoorbeeld een time-out, kan dit leiden tot oorlogen, echtscheidingen, buiten functie-stellingen of breuken in relaties.  

De-escalatie

Om te de-escaleren is het noodzakelijk dat beide partijen erkennen dat ze een belang hebben om met elkaar verder te gaan. Vervolgens moeten ze terug in het patroon: wat was het eigenlijke verwijt, waar de ruzie mee begon? En wat was de wens daaronder? Op het wensniveau kan vervolgens  onderhandeld worden.

Zo’n gezamenlijk belang kan een gezamenlijke grens zijn (zoals bij Rusland en Oekraïne), dat je boer wilt blijven (en in Nederland wil wonen), dat je samen kinderen of een huis hebt of samen bij dezelfde organisatie wilt blijven. 

Bij onderhandelen moeten beide partijen enerzijds elkaars belang /wens/positie erkennen en anderzijds bereid zijn water bij de wijn te doen. Wat ook kan is dat er  een status quo ontstaat: acceptatie van het verschil, zodat men op andere gebieden nog verder met elkaar kan.

Indien één van de partijen zoiets niet wil, blijft het proces steken op het ruzie/escalatie-niveau.  

Dat betekent meestal dat er een definitieve breuk volgt (echtscheidingen of gedwongen ontslagen). Beide partijen zullen dan hun verlies moeten leren verdragen.

Ook kan de uitkomst een gewapende vrede zijn; we blijven boos, het conflict laait af en toe op, maar we lossen niets op. Dat speelt soms tussen landen (Israël en Palestina) of in relaties.

Wil je gelijk of geluk?

Je kan de keuze in een conflict samenvatten als: 

wil je ‘gelijk’:  je bent alleen met je eigen wens/positie bezig, er is geen compromisbereidheid en er blijft ruzie, spanning of oorlog. 

of wil je ‘geluk’: je bent wel met je eigen wens/ positie bezig maar je hebt ook begrip voor de wens/positie van de ander en je bent bereid water bij de wijn te doen, waardoor de spanning zal afnemen.

Ik wens alle mensen die in conflicten terecht komen,  dat is dus (af en toe) iedereen, veel sterkte daarbij!

Martijn Stöfsel

Lees hier de online krant van deze week.

Onverhuld: Korte keten

Mensen met een missie, daar houd ik van! De sporter die naar een topprestatie streeft, de musicus die het beste uit zichzelf wil halen, eigenlijk gewoon degene die zich met hart en ziel inzet voor de samenleving of in het werk. 

Zo heb ik ook altijd belangstelling voor mensen die sober willen leven, zoals de bewuste keuze om geen koelkast of televisie te hebben, geen kant en klaar eten te kopen, maar het zelf te verbouwen en geen auto willen hebben. Ik zat deze zomer op een camping, waar het openbaar vervoer ver weg is en er kwam een stel 50’ers aan, lopend met rolkoffertjes. 

Ik zag ze, wanneer ik ging fietsen, bij de bushalte staan en wanneer ik na een uur terugkwam, stonden ze er nog. Dan heb je toch een missie. Ze dronken ook alleen maar water. Sorry, maar op zo’n camping zie je alles.

Behalve de ontkenners zijn er velen die streven naar een beter klimaat en milieu: zonnepanelen, je tuin vergroenen, sedumdak, gescheiden afval, zoveel mogelijk openbaar vervoer, niet vliegen; de mogelijkheden zijn legio.

Naar vermogen je inzetten, zeg ik altijd maar en dat doen er veel. Nu zijn er ook die zeggen zeer begaan te zijn met het milieu, anderen de spiegel voorhouden, maar ondertussen alleen kant en klaar maaltijden laten bezorgen, zakjes gesneden groente kopen of alles op internet bestellen. Ik las zelfs over iemand die een zonnepaneel boven de hot tub had laten zetten. “Practice what you preach”, geldt dan. 

Bij ons is het zo makkelijk om op fietsafstand aardappelen of groente te halen bij de boer of eieren, honing, zelfs de melktap is er. Ja, het kost tijd, maar die korte keten, die levert echt wat op.

Lees hier de online krant van deze week.

Lunterse beschouwinkjes: De eeuwenoude Slaperdijk

Op vier kilometer ten westen van  Lunteren bevindt zich een verborgen prachtig stukje natuur: de eeuwenoude Slaperdijk. Een mengeling van honderden jaren geschiedenis van waterbeheersing en militaire bescherming. Maar waarom is hier een dijk, terwijl er geen groot water in de buurt is?

Waar is de Slaperdijk ?

De Slaperdijk, aangelegd rond 1650, maakt nu onderdeel uit van de Grebbeline, maar is veel ouder.

De Slaperdijk bestaat uit twee delen. Het eerste deel loopt van het Werk aan de Daatselaar tot het Fort aan de Buurtsteeg, zo’n 5 kilometer lang. Dan is er een oost-west-stukje Jufferdijk naar de Emminkhuizerberg. Vanaf de Emminkhuizerberg  loopt de Slaperdijk dan weer zo’n drie kilometer naar het zuiden, naar de Amerongse berg.

Waarom is hier een Slaperdijk?

Een ‘slaperdijk’ is een tweede dijk, in de buurt van een echte dijk langs de zee of een rivier. Als de echte dijk doorbreekt, wordt het water dan tegengehouden door de ‘slapende’ dijk. 

Maar in de Gelderse vallei is helemaal geen zee of grote rivier. Waarom is hier dan een slaperdijk?

Dat heeft te maken met het grote hoogteverschil tussen het gebied bij Wageningen, waar de Rijn stroomt en Amersfoort, namelijk wel 7 meter. Hierdoor heeft vaak de gehele Gelderse vallei, met name het Utrechtse gedeelte,  tot in Amersfoort, onder water gestaan na een dijkdoorbraak van de Grebbedijk bij de Rijn bij Wageningen.

Vanwege conflicten tussen de Utrechtse staten en de Geldersen lukte het niet om een slaperdijk op Gelders grondgebied gerealiseerd te krijgen. Er werd dus een Slaperdijk aangelegd op de grens van de provincie Utrecht en Gelderland, tussen Renswoude en Lunteren. De functie van die Slaperdijk is om te voorkomen dat vooral het Utrechtse deel van de  Gelderse vallei niet onder water komt te staan. De doorgangen in de Slaperdijk van de N224 en bij boerderij Nap konden daarbij met schotten worden dichtgezet

Militaire functie

Rond 1750 werd begonnen met het aanleggen van de Grebbelinie. Een waterlinie om de grote steden te beschermen tegen een militaire opmars vanuit het oosten. De Grebbelinie is een ingenieus systeem van dijkjes, sluizen, bruggen en forten, waardoor een gebied, tussen de Rijn en de Zuiderzee, onder water gezet kon worden met zo’n 40-70 cm hoog water. Dat is te weinig water om er met een boot te kunnen varen, maar teveel water om er met paarden en wagens door heen te rijden. Immers wegen, sloten en hekken zijn dan niet meer te zien.

De al bestaande Slaperdijk werd onderdeel van die Grebbelinie. 

Het grappige is dat daarmee de functie van de Slaperdijk omdraaide. De oorspronkelijke functie was om overstromingen vanuit het oosten tegen te houden, zodat het westelijk gedeelte droog bleef. In de Grebbelinie kreeg de Slaperdijk de functie om water vanaf de westelijke zijde juist vast te houden, zodat het inundatie-gebied onder water kwam te staan en het oostelijke deel droog bleef.

Situatie nu: prachtige verstilde natuur

Het eerste deel van de Slaperdijk tussen Werk aan de Daatselaar en Fort aan de Buurtsteeg is een prachtig stukje onverwachte natuur, in beheer bij Staatsbosbeheer. De dijk is nog steeds in functie en wordt zodoende goed onderhouden om Renswoude, Scherpenzeel, Woudenberg en Amersfoort te beschermen bij een dijkdoorbraak van de Grebbedijk.Er loopt nu een voet/fietspad overheen. Er zijn veel vogels en op een aantal plekken poeltjes en rietlanden.

Vanaf Lunteren kan je een mooie fietstocht maken via de Schansweg, naar het Werk aan de Daatselaar, over de Slaperdijk naar Fort aan de Buurtsteeg en dan zelfde weg terug of ten westen van Renswoude via de Groeperkade weer terug naar Werk aan de Daatselaar.

 

Martijn Stöfsel

Bronnen

Grebbelinie, een cultuurhistorische fietstocht,

www.grebbelinie.nl

Lees hier de online krant van deze week.

 

 

 

 

Onverhuld: Koning, het personage dat de nieuwe wereld gebruikt

Op elke wethouderstafel in Nederland landde afgelopen weken een kloek boekwerk. Het ‘Handboek voor de wethouder’. Geen verdere toelichting nodig of denkt u dat ik ga zeggen dat ik het nooit gelezen heb? Geen van beide. Toen ik wethouder werd, bestond dat handboek nog niet. Maar het is allemaal veel ingewikkelder geworden binnen de overheid en bovendien, daar wil ik naar toe, zijn allerlei huidige problemen niet meer tot de eigen gemeente beperkt. Je bent veel meer buiten de deur met andere gemeenten, provincie, Den Haag en uiteraard de inwoners.

Om dat te illustreren, wordt in het handboek een romanfiguur van mij gebruikt. (Dank Rien Fraanje van de Raad Openbaar Bestuur). Toegegeven, deze figuur is geen Frits van Egters of Inspecteur Javert om maar eens twee beroemde personages uit de literatuur te noemen. Barend Joziasse, want zo heet de wethouder die een hoofdrol heeft in de vier delen van de Stadhuisserie (2000-2005), is eerder Maarten Koning, het personage wat de schrijver Voskuil in zijn reeks -wie kent het nog – ‘Het Bureau’, gebruikt. Sleutelromans, net als die van mij.

Barend zit in zijn tijd uren en uren op het Stadhuis in vooral interne vergaderingen die hij dan uit het raam turend uitputtend beschrijft. De huidige wethouder en ook burgemeester wordt nu veel meer uitgedaagd om problemen op te lossen die boven de gemeente uitstijgen en die je niet alleen kan oplossen. Dat maakt de politiek voor iedereen ingewikkelder en ook lastiger. Menig collegelid in Nederland moet uitleggen dat zaken als energie, natuurbescherming, bouwen en wonen, mobiliteit en veiligheid niet door de gemeente alleen aangepakt kunnen worden. Daar heb je andere overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven voor nodig en het resultaat is er niet morgen al. Daarom wordt Barend, ruim twintig jaar na dato opgevoerd in het handboek. Het hoofdstuk sluit af dat men benieuwd is of Barend ooit nog in een vijfde deel van de serie gaat figureren en dan als burgemeester in een nieuwe wereld. Ach, wie leest het en is die wereld wel zo nieuw?

Lees hier de online krant van deze week.

ONVERHULD: Tekort

Aan alles is tegenwoordig tekort. Het is volgens mij vandaag de dag  het meest gebruikte woord in de media. Bij 37 graden Celsius lees ik over tekort aan olie, wanneer de ijzige kou invalt. Energiearmoede, beter nu aan werken is de boodschap, dan in het najaar. Aanvullen die tekorten aan gas, olie etc. Een enorm tekort aan arbeidskrachten of het nu op Schiphol is waar de koffers niet in het vliegtuig kunnen worden gezet of bij de Spoorwegen, in de horeca, winkels of de bouw. Daar is ook een tekort aan materialen. Een tekort is er ook aan bussen en vooral chauffeurs. Zorg en onderwijs hebben al jaren een tekort aan werkenden. Ik vergeet dan nog het tekort aan opvang voor asielzoekers. Die slapen buiten in Ter Apel waar een tekort aan bedden is.

Mijn opa die fruitteler was benaderde tekorten simpel. Hij gebruikte trouwens te weinig in plaats van tekort. ‘Waar te weinig is, is ergens anders te veel.’ Hij zat dan ook in het bestuur van de plaatselijke veiling.Bij ons is circa veertig procent van de volwassen Oekraïners die in de opvang in Harskamp zit aan het werk. Al in de eerste week staken vooral vrouwen hun hand op. ‘Waar kan ik werken?’ Zoiets had ik al een jaar niet meer gehoord. Er zitten bakkers, leraren, obers, elektriciens en zelfs iemand met een klusbedrijf bij. De kleur van de soorten draad is overal hetzelfde en als je in de Oekraïne het deeg kan laten rijzen, lukt dat ook hier. Ze zijn aan het werk, hulde ook aan de bedrijven die ze een kans geven. Zo los je toch een tekort op of vindt u dat te kort door de bocht. Nu hoorde ik dat Oekraïners ook best koffers willen stouwen of aan die transportband willen staan. Er zijn vluchtelingen die in hun land op een vliegveld werkten. Schiphol, haal ze op met bussen, als die er zijn en laat hen helpen. Helaas te eenvoudig. Hoe zit het met de CAO, is dat geen uitbuiting of verdringing vinden dan de vakbonden. Die tekorten, die doen we onszelf voor een deel aan. Er is altijd ergens een te veel om een tekort op te lossen.

Lees hier de online krant van deze week.

ONVERHULD: Bezoek

De opkomst was groot bij de bijeenkomst met alle dorpsraden van de gemeente Ede, afgelopen week. En de dag ervoor ook al bij het werkbezoek van het college van B&W aan Bennekom. Degenen die dit vrijwilligerswerk doen, wat niet altijd dankbaar is, staan voor hun dorp.

Tijdens de bijeenkomsten werd eerst eens teruggekeken hoe dat soort bijeenkomsten, ook de werkbezoeken aan de dorpen, in het verleden liepen. Behalve prachtige straatbeelden met Opel Kadett en Renault Dauphine in de kleuren die nu weer helemaal in zijn, zag je dan een gezelschap van B&W leden en inwoners op een straathoek staan. Vooral de burgemeester en de wethouders leken aan het woord te zijn. Na afloop zelfs een persgesprek. Twitter bestond natuurlijk nog niet.Veel is er dan veranderd, behalve die straathoek. Daar stonden we ook weer te kijken. De Opel, Renault en Peugeots van weleer zijn vervangen door andere snelle en vooral veel meer auto’s. Scooters, brommers ook zo, en de nieuwe verkeersdeelnemers als elektrische fietsen en bakfietsen. Die laatste was er vroeger ook wel, maar in de regel zaten die niet vol met kinderen en haalden ze geen 25 km per uur.Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat verkeersknelpunten van alle tijden zijn. Wat je ook lijkt te doen aan maatregelen, het is ook het gedrag van de chauffeur of de berijder. Die groeit ook mee met de technologische ontwikkelingen en dat maakt het niet altijd veiliger. Maar ook wonen, hoe kom ik aan goed huis en cultuur, en waar vinden we een ruimte, lijken van alle tijden. 

Een ding is wel zeker. Op de foto van die straathoek ergens in de jaren ‘60 ging het niet over het klimaat (behalve dat het op dat moment regende), niet over vluchtelingen, niet over energietransitie (de kolenkachels loeiden nog) en niet over stikstof.

Dat zijn wel de problemen waar gemeenten nu mee geconfronteerd worden; lever een bijdrage aan de oplossing van internationale vraagstukken op lokaal niveau. En dat is voor de bewoner die een concreet probleem heeft rond kinderopvang, zorgverlening of de boerderij wel eens lastig te vatten. De gemeente is van zoveel geworden en ik dan? Het was een nuttige bijeenkomst met de dorpsraden, hulde voor hun werk, op naar het volgende werkbezoek.

Lees hier de online krant van deze week.