Lunterse beschouwinkjes: Stolpersteinen in Lunteren

16 april 2024 was het 79 jaar geleden dat Lunteren bevrijd werd. Een aantal Lunterse  mensen hebben die bevrijding niet meegemaakt omdat ze zijn omgekomen door het nazigeweld in de Tweede Wereldoorlog. Voor die mensen zijn de Stolpersteinen bedacht. 

Stolpersteinen, in het Nederlands struikelstenen, zijn kleine messing plaatjes in de straat. Ze liggen op plekken waar in de Tweede Wereldoorlog, mensen hebben gewoond, die door de nazi’s zijn vermoord. Het is een door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig (geboren in 1947) bedacht project. Deze gedenktekens zijn bedoeld voor alle door de nazi’s verdreven, gedeporteerde of tot zelfmoord gedreven mensen, dus voor joodse mensen, Sinti, Roma, politieke gevangenen, homoseksuelen, Jehova’s getuigen en slachtoffers van gedwongen euthanasie. In de praktijk zijn en worden de meeste Stolpersteinen gelegd voor huizen waar joodse mensen woonden, die vermoord zijn.

Op het messing plaatje staat de naam, geboortedatum, deportatiedatum en plaats en datum van overlijden vermeld. 

Eerste Stolperstein

De eerste Stolperstein is geplaats in december 1992 voor het stadhuis van Keulen, toen het vijftig jaar gelden was dat Himmler bevel gaf tot de deportatie van duizend Roma en Sinti.Gunter Demnig maakte lange tijd de Stolpersteinen zelf. Tegenwoordig worden ze ook in Amsterdam gemaakt, bij het Goethe-instituut.

In Nederland is de eerste Stolperstein geplaatst in 2007 in Borne. Inmiddels zijn er meer dan honderdduizend Stolpersteinen geplaatst vooral in Duitsland, Polen, Oostenrijk, Tsjechië en Nederland. In Lunteren is er nog geen Stolperstein. Wel is er een gedenksteen, die lijkt op een Stolperstein  aangebracht voor de Eekhorst, de dependance van het martelcentrum de Wormshoef. Deze steen is aangebracht voor Gerard Lambert. Hij was een in Ederveen woonachtige Belgische verzetsman, die was gearresteerd bij de dramatische verlopen wapendropping op de Keuenklep. Zijn verzetsnaam was Kees de Belg. Hij is gemarteld en een dag voor de bevrijding van Lunteren van achteren doodgeschoten achter De Eekhorst en daar gedumpt in een gat.  

Lunterse 

Stolpersteinen

Een aantal mensen uit Lunteren hebben het initiatief genomen om ook in Lunteren Stolpersteinen te gaan plaatsen. Het idee is om dat eerst te doen op die adressen waar aan het begin van de oorlog joodse mensen woonden, die zich veilig waanden. 

Dat zijn, voor zover bekend 5 adressen, waar vandaan 6 joodse mensen zijn weggevoerd en uiteindelijk vermoord in de Duitse vernietigingskampen. Daartoe moet er  archiefonderzoek gedaan worden, wie die mensen waren, er moet contact gelegd worden met hun (eventuele) nabestaanden,  er moet contact gelegd worden met de huidige bewoners van het pand en er moet toestemming van de gemeente Ede komen De stenen worden aangevraagd en tijdens een soort plechtigheid in de straat ingemetseld.  Het plan is om daarbij een -gratis voor Lunteranen te verkrijgen-  boekje te maken, waarin informatie over deze weggevoerde mensen wordt beschreven. Daarin wordt dan ook informatie gegeven over andere weggevoerde Lunterse slachtoffers van de nazi’s. Ook zal een rondwandeling beschreven  worden, die langs deze adressen voert.

Ede doet

Dit alles kost tijd en geld. Het aanvraagproces voor die Stolpersteinen kan wel anderhalf jaar duren. Het kost ook geld. Daartoe is er een Ede-doet initiatief gemaakt. Tot 20 april 2024 kunt u in deze ronde nog Ede-doet bonnen inleveren. Dus mocht u dat nog niet gedaan hebben, dan moet u snelwezen!

Martijn Stöfsel

Lees hier de online krant van deze week.

 

 

 

 

Onverhuld: Besef

Toch nog over de gijzeling die onze gemeente op de zaterdag voor Pasen in de greep hield en in het bijzonder natuurlijk de direct betrokkenen en hun familie, die het nog allemaal moeten verwerken. Een kundig commentaar van de hoofdredacteur van Ede Stad maaide wat gras voor de voeten weg, maar ja wie ben ik; een eenvoudig tweewekelijks columnist.

Hij had het over desinformatie in de loop van de ochtend. Inderdaad, blijf maar gewoon zeggen: nepnieuws. Het zou om Eritreeërs gaan of asielzoekers. En dat lokt meteen allerlei commentaren uit. Dat helpt niet bij een oplossing en dat is op z’n zachtst gezegd. Net als de mensen die filmpjes staan te schieten en meteen op social media plaatsen. Pijnlijk voor degenen die vol in beeld zijn en nog gevaarlijk ook. Zet in zo’n situatie even je eigen behoeften en lusten uit voor anderen.

In de middag was ik nog even op het Museumplein om wat na te praten met mensen die zich ook grote zorgen hadden gemaakt en het nog lastig hadden. Toen ik er wegliep zag ik twee cameraploegen van landelijke omroepen staan, waar bekende koppen stonden de ginnegappen terwijl de camera’s op de terrassen gericht waren, voor je weet maar nooit. Ik besef, het is hun werk en het is niet verboden om dan de lolbroek uit te hangen, maar heb toch een beetje gevoel voor de situatie, denk ik dan.

Voor mijn gevoel zit ik bij zo’n crisis in het oog van de storm. In de zogenaamde driehoek met politie en OM. Informatie wordt bekeken, acties in gang gezet. Voor de gemeente ligt het zwaartepunt bij bevolkingszorg en communicatie. Ik deed het een paar keer eerder, maar dat betrof zeer grote branden. Dan is er ook leed bij de eigenaren die hun bedrijf in rook zien opgaan. Ik ben nooit vergeten wat zo’n eigenaar tegen mij zei, terwijl de rookkolom ten noorden van Goes vanuit Rotterdam gezien kon worden. ‘Ach, het zijn maar spullen, dat is allemaal te vervangen. Ik ben blij dat er geen gewonden zijn.’ Nu bij ons ging het om mensen en die zijn niet vervangbaar, dat moeten we allemaal beseffen.

Lees hier de online krant van deze week.

Onverhuld: Stop met vermenselijken wolf

Knir, Knar en Knor zijn drie biggetjes uit de Donald Duck. Midas, de boze wolf probeert deze in de strip voortdurend op te eten. De zoon van Midas heet Wolfje en die is weer bevriend met de biggen. Iedere keer dat zijn vader met het water druipend uit zijn bek, op de loer ligt om de biggen op het menu te zetten, weet de brave Wolfje dat te voorkomen. Als kind vond ik Midas gemeen, Wolfje in zijn ruitenbroekje wel erg onnozel en Knor de militantste van de drie biggen.

Wat hier gebeurt heet antropomorfiseren, we vermenselijken dieren. Dat gebeurt ook bij huisdieren, die kennen we menselijke eigenschappen toe, daarom zijn het huisdieren. Het ene dier wordt sneller vermenselijkt dan het andere. Neem bijvoorbeeld een dolfijn ten opzichte van een haai. Bij die laatste doe je dat niet zo snel, alhoewel de Italiaanse wielrenner Nibali, werd de haai van Messina genoemd, niet alleen door zijn agressieve manier van koersen, ook vanwege zijn gebogen rug op de fiets.

Een paar jaar geleden, ik schreef er eerder over, werd in gemeenteraden van Arnhem en Wageningen de terugkeer van de wolf bepleit. Die leuke welpen zag men dartelen in het gras, aaibaar alsof het puppy’s of kleine kinderen waren. Dat een wolf ook schapen, zwijntjes en pony’s openrijt en voor dood laat liggen associeer je, vreemd genoeg, niet met mensen. Maar die kunnen dat elkaar ook aandoen, zou je toch moeten weten.

De wolf is nu terug en levert, heel begrijpelijk, op de Veluwe emotie, schade, boosheid en angst. En dat zit niet bij de mensen die zo voor die terugkeer waren, want die hebben er geen last van. Die worden weer boos op de mensen die boos zijn vanwege de schade en het dierenleed wat wordt veroorzaakt.

En zoals dat gaat valt er nauwelijks genuanceerd over te praten en als dat wordt gedaan komen er dreigementen, zoals de gemeenteraad moest ervaren.

De wolf heeft er zelf het meeste baat bij om als roofdier te worden gezien en niet als een mens met bepaalde eigenschappen. Laat dit nu eens het uitgangspunt zijn en stop dus met het vermenselijken van de wolf. Voor de goede orde, ik praat thuis ook tegen de kat. Niet dat die trouwens luistert en zelfs dat is menselijk.

Lees hier de online krant van deze week.

Onverhuld: Samen weerbaar

Heeft u dat drugslaboratorium in de Boogstraat in dat leegstaande winkelpand, vlakbij de HEMA gezien? Het was volledig in werking en leverde de nodige pillen op. De vloeistoffen zaten in een soort snoeptrommels en er waren slangen aan bevestigd die onder hoge druk met Gardena koppelingen vastgemaakt waren aan grote vaten. Alsof u uw tuinslang aan de buitenkraan gekoppeld had. Er lagen ook nog eens zakken met soda en potgrond, voor iedereen zichtbaar. Was het zaakje ontploft dan was de schade niet te overzien geweest.

Mocht u dat niet opgemerkt te hebben, vlakbij de Oude Kerk was een staaltje arbeidsuitbuiting en prostitutie aan de gang. Overduidelijk, het gebeurt onder ieders ogen.Ik kan u geruststellen, bovenstaande was allemaal in scène gezet, maar het had zomaar gekund. We treffen drugslabs, hennepschuren en prostitutie aan in de gemeente. Onder uw en mijn ogen kan het nodige gebeuren zonder dat je het in de gaten hebt. Hoe je dat kan zien en herkennen was de bedoeling van de scènes. Daarom in de Boogstraat die blauwe vaten en zakken grond en soda. Af en aan lopende mensen met enorme boodschappentassen, beslagen ramen, roosters in deuren, het licht aan op de gekste tijden. Zo bleek het toch niet het sleutelen aan oldtimers te zijn, zoals twee mannen tegen de verhuurder van die grote schuur in het buitengebied hadden gezegd terwijl ze drie maanden huur contant vooruit betaalden.

Het waren drie mooie dagen in het kader van Samen Weerbaar. Met politie, justitie, medewerkers, ondernemers en raadsleden, maakten we rondes door het centrum. Dan was er ook nog de workshop witwassen. Ooit verzonnen door Al Capone, de gangsterbaas in Chicago die zijn zwarte geld in wasserijen stak en het daarmee witwaste. Money laundering, daar komt het vandaan. Eerzame burgers werd verteld hoe je dat doet. Veel stortingen en overschrijvingen bij niet Nederlandse banken, het liefst in het Caribisch gebied. Eigenlijk heel simpel, je moet het weten en je moet natuurlijk het geld hebben om dat te doen. Ik geloof niet dat dit bij één van de deelnemers het geval was.

Lees hier de online krant van deze week.

Onverhuld: Beter informeren

Zo’n informatieperiode zoals nu in Den Haag heb ik altijd wel leuk en leerzaam gevonden. Op lokaal niveau dan. In verschillende rollen heb ik zelf aan de informatietafel gezeten. Als partij die graag mee wilde doen, als partij die niet mee mocht doen en ook een keer als informateur.

Over dat leerzaam gesproken. Een eerste keer aan tafel als informateur is best lastig, ervaring is bijvoorbeeld belangrijker dan kennis en ambitie. Leuk dat je een verhandeling kan houden over het uitlenen van je dienstauto en een verslagje in elkaar tikt, maar het gaat om overtuigen en keuzes die partijen moeten maken. Als informateur moet je er voor zorgen dat jij niet bestaat, het gaat niet om jou. Dat zal die nieuwe informateur zich wel aantrekken, zo verwacht ik. Die lijkt me erg bescheiden en heeft zich nu op de vorm van een nieuw kabinet gestort. Dat is uiteindelijk veel belangrijker dan de inhoud, nietwaar.

Tot zover enigszins cynisch. Dat wil ik niet zijn en zeker niet zeggen dat anderen het niet beter zouden kunnen. Alle situaties zijn anders en zeker met het spotlight erop gericht is het tegenwoordig niet eenvoudig voor welke informateur dan ook.

Als bescheiden lid van een fractie aan die tafel zitten heeft mij geleerd dat het meest lastige is dat je op je standpunten moet inleveren en het allerbelangrijkste dat je zoiets moet uitleggen aan je achterban. Het is in onze representatieve democratie niet anders. In tegenstelling tot Amerika of Engeland is er niet één partij die aan de macht is. Daar ga je een verkiezingsprogramma alleen uitvoeren, zelfs met je eigen administratie. Of dat beter is of beter werkt dan in onze democratie mag u zelf bepalen.

Informeren is eigenlijk inleveren én uitleggen aan je achterban. Daar tussenin moet je proberen je huid zo duur mogelijk te verkopen en naarmate je een grotere partij bent, krijg je ook meer. Toegegeven het is moeilijker geworden, voorheen werd er in het midden nogal ‘gemiddeld’ en bleef er te weinig zichtbaars over voor de kiezers. De kiezer heeft nu gesproken en wil partijen die duidelijke opvattingen hebben over allerlei kwesties en dan is inleveren heel moeilijk. Mijn tip, een beter bestuur begint bij beter informeren.

Lees hier de online krant van deze week.

Onverhuld: Eigen tijd of me-time

U zult ooit ook wel eens gehoord hebben ‘dat doe je maar in je eigen tijd’, ik in ieder geval wel. Je bent ergens aan het werk en staat met een voorbijganger of een klant over iets anders dan het werk te praten. Ik kreeg dan van de magazijnmeester te horen, dat ik zoiets in mijn eigen tijd moest doen. Toegegeven, dat is bijna een halve eeuw geleden, maar ik vond het normaal en ging heel snel weer aan het werk. Ondenkbaar dat ik in mijn situatie dat nu tegen een medewerker zou zeggen, als die bijvoorbeeld op z’n telefoon loopt te kijken of gezellig twee uur buiten loopt. Ik zou het niet durven. Wel begreep ik dat er nog bedrijven zat zijn, waar dat wel gebeurt. Gelukkig maar. Kortgeleden hoorde ik van het begrip me-time, tijd voor jezelf. Ik zocht eens wat op het internet en dan kom je op allerlei sites van coaches en zingevingsmensen. Die laatsten omschrijven me-time als volgt: ‘Me-time draait, zoals de naam zegt, echt alleen maar om jou. Deze tijd besteed je dus niet aan een ander, aan je werk, of aan andere externe factoren. Denk hierbij aan even snel op Instagram delen hoe fijn je een boek aan het lezen bent of door een bos aan het wandelen bent: ook niet doen! Tijdens me-time keer je als het ware inwaarts in plaats van naar buiten.’ Mooie omschrijving, je doet maar denk ik dan. Lees inderdaad eens een boek zonder dat meteen kenbaar te maken op social media. Idem met die wandeling. Dat een coach je daar op moet wijzen vind ik al bijzonder.

Maar me-time gaat verder dan dat. Het is ook al een begrip geworden in het werk. Tijdens het werk willen mensen ook me-time. Je trekt je op kantoor even terug om naar muziek te luisteren of een forse wandeling te gaan maken. Er is toch veel meer vrije tijd dan vroeger. Ik kom niet zoveel mensen onder de 30 jaar tegen die 60 uur werken, het is vaak nog niet eens de helft. Me dunkt genoeg vrije tijd om andere dingen, ook voor jezelf te doen. Ik vrees dat ik hier een ouderwetse opvatting heb. Die me-time tijdens het werk wordt al aangeraden door coaches en er is geen baas, denk ik, die het durft te bestrijden. Dan maar ouderwets, me-time is een goed idee, maar wel in je eigen tijd.

Lees hier de online krant van deze week.

Onverhuld: Nutsbedrijf?

Met een jong gezin kamperen in Wales bleek een waagstuk. Net de tent op gezet met het babybed er in en de regen barstte los, drie dagen lang. Dat niet afgewacht en na één nacht, de tent laten staan en op zoek naar accommodatie. We hebben het over ruim 30 jaar geleden, dus dat was gewoon rondrijden. In de buurt van Aberystwyth, die naam vergeet ik nooit, vonden we een vakantieoord met barakken rond een zwembad. En nog plek voor een paar dagen. De verwarming, ja het was ook nog eens fris, bediende je met het gooien van een pond munt in een automaat in de kast. Dan werd het twee uur warm. Het was een tijd waarin men in en rond Antwerpen werd gevraagd om in de avond niet de wasmachine te laten draaien. Het net werd dan overbelast. Ondenkbaar in Nederland, tot voor kort dan. Netcongestie is het woord van 2023. 

Hoe is het zover gekomen? Zoals veel andere dingen, hebben we dat aan te weinig vooruitdenken te danken. Het waren vroeger de nutsbedrijven die een monopolie positie hadden en het algemeen belang dienden, die stroom opwekten en distribueerden. De meter in huis werd periodiek opgenomen en iedereen betaalde. Maar deze voor ons allen als nuttig bedoelde bedrijven mochten door allerlei beperkende regelgeving alleen maar beheren en niet ondernemen, dat was niet ten algemenen nutte. Wellicht zijn toen wilde avonturen met belastinggeld voorkomen, maar het betekende wel dat een transformatorhuis werd neergezet voor een bepaald gebied, terwijl men wist dat er verder gebouwd ging worden. Waarom niet twee of meteen een groter transformatorhuis neergezet? In 2010 sneuvelde heel makkelijk een plan voor een tweede kerncentrale in Borssele. Regionale plannen voor zonneparken en windturbines liggen voor een groot deel stil vanwege bezwaren, vogels, stikstof en natuur. We moesten van het gas af, zonnepanelen op je dak, elektrische auto’s, laadpalen en nu dreigt er geen genoeg stroom te zijn.

Het nutsbedrijf is al lang geprivatiseerd en heet nu Netbedrijf en heeft onvoldoende mensen en materialen. Nu is het besparen versus stijgende vraag en wacht ons een lange en ingewikkelde politieke en maatschappelijke discussie over energiebronnen. Waar is dat prachtige ‘tot nut van het algemeen’ gebleven.

Lees hier de online krant van deze week.

Lunterse beschouwinkjes: Stottertrein

Sinds 10 december van het vorige jaar bestaat de valleilijn niet meer. Iedereen die regelmatig met de trein reist, heeft dat al gemerkt of gezien: we hebben nu een ‘stottertrein’.

De naam  ‘valleilijn’ (daar bedoelde ze dan de kippenlijn mee) is namelijk overal aan het verdwijnen,  aan de buitenkant van de blauwe trein, in de trein op de route-beeldschermen, van de borden op het station, de  website en vervoers-app’s. Op al die plekken staat tegenwoordig het woord ‘reis’, maar dan zo alsof het stotterend wordt uitgesproken: RRReis.  

Waarom Reis?

De logica daarvan ontgaat mij. Enerzijds vanwege het woord ‘reis’. Reis is toch een algemeen woord ? 

Het betekent dat je je van de ene plek naar de andere plek voortbeweegt en dat kan  op verschillende manieren: lopend,  fietsend, met de auto, met een boot, met het vliegtuig, met de auto en inderdaad ook met de trein.  Maar waarom moet deze trein of deze vervoersmaatschappij dan exclusief het woord ‘reis’ krijgen? Het is net alsof we voor het woord aardappelen ineens het woord ‘eten’ gaan gebruiken, of dat we een broek alleen nog maar als ‘kleding’ aanduiden en een vliegtuigmaatschappij zich ‘vlucht’ gaat noemen. 

Waarom stotterend?

Het is dan niet gewoon ‘reis’. Nee het is `RRReis’. Waarom is dat? Stottert welllicht de directeur van deze vervoersmaatschappij en wil niemand hem voor het hoofd stoten toen hij een nieuwe naam voorstelde? Of zegt het iets over de nieuwe manier van rijden door net opgeleide machinisten, waarbij ze nog wat  hortend en stotend RRRijden? Of hebben de treinen een nieuw remsysteem, waarbij er op een pompende manier geremd wordt en ze dus gaan RRRemmen. Misschien zegt het wel iets dat ze tegenwoordig sneller gaan rijden op deze spoorlijn en dat  het dus meer RRRacen wordt.Ik vermoed dat dit de nieuwe cultuur in marketingland aan het worden is. We hebben tenslotte ook al een stotterpartij: die partij met die borden met BBBeter.

Waarom een nieuwe naam?

Blijkbaar is er een soort behoefte dat als een bedrijf wordt overgenomen of fuseert,  dat er een nieuwe naam moet komen.   Ik snap dat niet helemaal. Alle borden, briefpapier, de lichtreclames op hoofdkantoren, de uniformen van het personeel en in dit geval de belettering op de treinen worden dan veranderd. Daarbij verdwijnt de vertrouwdheid en bekendheid van de oude naam. Er moeten dan weer nieuwe reclamecampagnes tegenaan gegooid worden om de nieuwe naam bekend en vertrouwd te maken.  De meeste mensen zullen helemaal geen behoefte hebben aan zo’n naamwisseling. Waarom gebeurt het dan? Ik denk dat daarbij het ego van de directeur,  eigenaar of bestuur van een onderneming een rol speelt. Die willen graag hun  eigen naam of een door hun bedachte naam op het briefpapier, op het gebouw of op de trein hebben. 

Hopelijk niet met Lunteren…

Ik hoop overigens dat deze stotter-cultuur niet gebruikt gaat worden om de naam Lunteren meer bekendheid te geven. Indien je de naam Lunteren namelijk op een stotterende manier zegt, dan wordt het een soort scheldwoord. Probeert u het maar eens… 

Martijn Stöfsel

Bronnen: www.rrreis.nl

Lees hier de online krant van deze week.

 

 

 

 

Onverhuld: ‘Democratie-gedram’

Schrikt u van de titel van deze column? En dat uit mijn mond. Zoals u ziet staat het tussen aanhalingstekens, ik citeer de schrijver en expert internationale betrekkingen Robert Kaplan. Hij heeft net een nieuw boek uit met de titel ‘Het weefgetouw van de tijd.’ Dat gaat over stabiliteit van regeringen en omwentelingen. Wat gebeurt er dan?

Voor deze column was het niet moeilijk om onderwerpen te vinden. Ik had er te veel. Dat zal hopelijk ook gelden voor de nieuwe columnisten die van start gaan in Ede Stad. Die aanhalingstekens waar ik het over had zijn tegenwoordig cruciaal voor je voortbestaan. Niet zozeer als columnist, vooral als je gepromoveerd bent (dat ben ik niet trouwens). Heb je een proefschrift vol gekalkt met teksten van anderen en ben je vergeten die tussen aanhalingstekens te zetten, dan kan dat einde van een carrière als wetenschapper zijn. Zelfs al geef je de drukker de schuld.

In de VS is een heuse koekjesoorlog aan de gang. Eigenlijk onschuldig als we naar alle conflicten tegenwoordig krijgen. De vulling van het populaire koekje Oreo is dunner geworden. Uiteraard is het duurder geworden, dat heet krimpflatie. Dat gevoel heb ik tegenwoordig vooral bij de tabletten voor de wasmachine, alsof er steeds minder in dat doosje zitten. Maar dat zal aan mij liggen.

Wat bedoelt Kaplan met ‘democratie-gedram.’ Hij constateert dat wanneer dictatoriale regimes omver vallen, je de democratie niet kan opdringen. Dat moet vooral vanuit de mensen uit het betreffende land komen. Het is dan wel moeilijk om voorbeelden te vinden dat het snel goed gaat met de inspraak, het vrije woord, er is niet snel een vreedzame en rechtvaardige samenleving. Als voorbeelden noemt Kaplan Irak na Saddam Hoessein en Libië na Ghadaffi. Kern van het boek is dat we er in het ‘beschaafde’ Westen honderden jaren over gedaan hebben om een democratie te krijgen. Dat gaat niet van de een of de andere dag. En er zijn grijstinten tussen democratie en dictatuur zit van alles, en volgens hem geven populisten tegenwoordig standpunten gewoon op, om met een coalitie het voor het zeggen te krijgen. En dan heb je gewoon weer een democratie. We zullen het zien.

Lees hier de online krant van deze week.

Onverhuld: Op reis in de kringloopwinkel

Het maken van een reis is vaak belangrijker dan het doel er van. Denk maar aan de Griekse held Odysseus die na de verovering van Troje er 10 jaar over deed om weer thuis te komen. Op die terugreis moest hij vele beproevingen doorstaan. Toen hij uiteindelijk weer op Ithaka was herkende alleen zijn hond hem nog (en viel dood neer) en voor zijn vrouw was hij een vreemde. Moraal van dit verhaal, Odysseus die eerst nogal naast zijn schoenen liep, was door alle gebeurtenissen een ander mens geworden. 

Tolkien liet in Lord of the Rings totaal verschillende personen op reis gaan met als doel het kwaad te stoppen. Dat laatste lukte, maar dat einde was tevens een nieuw begin van het kwaad, dat altijd blijft sluimeren. Op reis werden die verschillende personages zoals een elf, een dwerg, een ridder en een paar jongens gezworen vrienden en verenigd met elkaar. Daar ging het om.

Laatst was ik in Lunteren en bezocht het Kerkerf, een kringloopwinkel. In die winkel maakte ik een reis. Ik zag boeken van Annie M.G. Schmidt, waar kinderen de hoofdrol hebben en volwassenen steevast nogal typisch zijn of weinig van de kinderwereld begrijpen. De oorlogsboeken van Anne de Vries stonden er met titels als ‘De duisternis in’ en ‘Ochtendgloren.’ Koektrommels van Verkade, een beker van de Zending, veel Tupperware en talloze kop- en schotels. Ik doorstond geen beproevingen, smeedde geen vriendschappen, maar deed wel wat inzichten op. Wat waren de kinderjaren onbedorven, een jonge geest moet je zien te houden, blijf je verwonderen over bekrompenheid, zelfzucht en bureaucratie. Geborgenheid en gezelligheid met koekjes, help anderen en die Tupperware, duurzaamheid avant la lettre. Het leven is een reis, geniet van de mooie momenten, ervaringen en vriendschappen, laat dat je delen zijn, schiet die niet voorbij. 

De Kerst komt er aan.

Lees hier de online krant van deze week.