Het Luntersche Buurtbosch: Wetenswaardigheden uit ons bos De Tweede Wereldoorlog en het Buurtbos!
Op 16 april is het 78 jaar geleden dat Lunteren door de Canadezen is bevrijd.
Onze bevrijding wordt ieder jaar herdacht, en nog altijd mogen we van geluk spreken dat wij al zolang in vrede mogen leven. Onze omgeving was nauw betrokken bij de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, maar wat is er bekend over het Buurtbos in die tijd?
Er is bijvoorbeeld de Telefoonweg, een rechte weg met veel hoge dennen gelegen even voorbij het zwembad, aan de rechter kant van de Boslaan. U zult er geen naambordje aantreffen, want het is geen officiële weg. Deze naam is ontstaan, omdat er in de oorlog door de Duitsers een telefoonverbinding is aangelegd. Langs deze rechte weg konden de houten klosjes of potjes makkelijk bevestigd worden aan de hoge bomen. De Vliegweg is ook zo’n rechte weg, maar deze weg heeft niets met de Tweede Wereldoorlog te maken. Verder zult u in dit bos het bladmotief van notaris Van den Ham aantreffen, veel lanen en laantjes, meestal licht gebogen.
Over het Hongerlaantje is in het boek ‘De grote, groene erfenis’ beschreven hoe het leven zich afspeelde tijdens de oorlog. Zoals op veel plaatsen in ons land was er in die tijd een enorm gebrek aan brandstof, omdat gas en steenkool niet voorhanden waren. De inwoners van Lunteren haalden hun brandhout noodgedwongen uit het Buurtbos om daarmee te kunnen koken, brood te bakken en hun huizen te verwarmen. Het Hongerlaantje dankt hier zijn naam aan. Het is de laatste zijweg rechts van de Boslaan, vlak voor de Hessenweg. Het is een plek, ver van het dorp, waar je ongezien voor je houtvoorraad kon zorgen. Nu is nog steeds te zien, hoe destijds de bomen werden gekapt en daarna weer prachtig uitgelopen zijn met meerdere dikke stammen.
Naarmate de oorlog vorderde werd de voedselvoorziening een steeds groter probleem. De Nederlandse Heidemaatschappij stelde in dit verband agenten aan die belast werden met de leiding over het inzamelen van eikels, kastanjes en beukennootjes. Voor Lunteren werd M. ten Ham als agent aangesteld. De burgemeester werd schriftelijk verzocht om zoveel mogelijk medewerking aan de inzameling te willen verlenen.
Het Buurtbos en het Fislerwoud hadden dus te lijden van burgers die clandestien brandhout verzamelden. De Duitsers kapten echter grote percelen bos en natuurlijk die welke het beste hout produceerden. Ruim 30 hectaren werden volledig kaalgekapt. De destijds werkzame boswachter legde de Duitsers geen strobreed in de weg. Na het overlijden van boswachter Willem Boon in 1941 had de Edese NSB burgemeester Van Dierendonck een partijgenoot van hem benoemd, maar na de oorlog kreeg notaris Westhoff, dankzij de hulp van de administrateur van notaris Dinger, D. Mulder, een schadevergoeding van het Rijk voor het door de Duitsers geroofde hout.
Mulder had het allemaal nauwkeurig genoteerd!
Deze verhalen en nog veel meer erfgoed vindt u beschreven in het boek ‘De grote, groene erfenis’ van Gerjan Crebolder. Dat is verkrijgbaar bij Stichting Luntersche Buurtbosch, Museum Lunteren en de boekwinkel in Lunteren.
Lees hier de online krant van deze week.