CORONA, statistiek, hamsteren en psychologie.
Het leven in deze Corona-tijd is voor iedereen ineens heel erg anders geworden. Corona is daarbij in de allereerste plaats een medisch-somatisch probleem. Bij een heel klein deel (naar schatting maximaal 5%) van de besmette mensen, die overwegend al een lagere weerstand hadden, meestal in combinatie met ouderdom, zal het leiden tot heel grote problemen. Bij het overgrote deel (80 à 90%) van de besmette mensen zal het tot lichte klachten leiden. Waarom raakt de wereld dan zo in paniek en waarom worden in ons land maatregelen genomen, die waarschijnlijk ook in oorlogstijd genomen zouden worden?
Dat komt door statistiek en door psychologie!
Corona als statistisch probleem
Het probleem van Corona is dat te veel medisch kwetsbare mensen het op hetzelfde moment kunnen krijgen en dat onze medische voorzieningen daar niet toereikend voor zijn. De statistiek wijst daarbij uit dat om te zorgen dat die circa 5 % van de bevolking het niet (of zo min mogelijk tegelijkertijd) krijgen, 95% van de bevolking zich moet onderwerpen aan de huidige maatregelen. Daardoor wordt de verspreiding van het virus getemperd en daardoor raken er minder kwetsbaren (tegelijkertijd) besmet.
Daar door heen speelt nog een ander -bijna tegengesteld- statistisch fenomeen: namelijk dat voor het bereiken van groepsimmuniteit het ook goed is als circa 60% van de bevolking het virus wel zal krijgen, maar dan op zo’n manier dat zo min mogelijk kwetsbare mensen besmet worden.
Corona als psychologisch probleem
Het is een logische betekenisgeving dat als er zulke ingrijpende maatregelen genomen worden, het wel heel erg moet zijn om Corona te krijgen. Dat klopt dus niet. Ook al lijkt het dus anders, voor de meeste mensen, die 80 à 90%, is het niet erg om Corona te krijgen. Wel is dat statistisch erg: immers iedereen die Corona krijgt vergroot de kans op het verder doorgeven van de besmetting en daardoor kunnen ook meer kwetsbare mensen besmet worden. Dus ook al is het voor de meeste mensen niet erg om Corona te krijgen, houdt u omwille van uw kwetsbare medemens aan de afgekondigde maatregelen!
Wat daarbij psychologisch lastig is, is dat we onszelf daarbij moeten beschouwen als een klein radertje van een groter geheel. Terwijl we onszelf liever als unieke mensen zien, die unieke keuzes maken.
Overgeven aan onzekerheid
Wat ook lastig is dat ineens de vertrouwde gang van zaken helemaal anders is geworden. We moeten ons overgeven aan de onzekerheid. Wij zijn echter ontzettende gewoontedieren: we houden niet van toeval en onvoorspelbaarheid. Dus het valt ons lastig ons zomaar aan ‘toeval’ over te geven. We hebben dan de behoefte daar toch een zekere betekenis aan te geven. Bijvoorbeeld, dat het al voorzien was, dat het een straf is, dat het een complot is of dat het nodig is om ons lichaam en geest te reinigen, et cetera.
Ons overgeven aan die maatregelen gaat ook niet vanzelf. De oorzaak daarvan is dat we onbewust ervan uitgaan dat narigheid ons niet treft, maar meestal anderen. Indien narigheid ons wel treft, moeten we door een soort acceptatieproces heen. In het begin zal dan ongeloof overheersen of bagatelliseren we de ernst. Dat zagen we in de beginperiode van de Corona-crisis. Daarna zagen we protest: expres je niet aan de maatregelen houden. En nu zien we toch de overgave. Het kost simpelweg tijd en veel goede en adequate informatie en stevige maatregelen om ons echt over te kunnen geven aan de ernst van deze uitzonderlijke situatie.
Geruchten-paniek
Vervolgens is er nog het gevaar van geruchten-paniek. Dat wil zeggen, dat in zo’n onzekere situatie, die we allemaal niet goed kennen, we meer dan gemiddeld beïnvloedbaar zijn voor geruchten. Het risico daarbij is dat die geruchten vaak heel snel, zeker door de sociale media, een grote verspreiding krijgen, terwijl ze niet op waarheid berusten. Het is daarom van belang om u goed op de hoogte te stellen van de officiële berichtgeving en niet te snel op geruchten te reageren.
Onlogisch hamstergedrag
Het is op zich niet vreemd dat mensen hamsterneigingen krijgen. Immers in deze Corona-crisis is alles onzeker. Dus wie zegt dat de bevoorrading van de winkels wel zeker is? Hamsteren is ook een manier om het (kunstmatige) gevoel te hebben om grip te krijgen op een onzekere situatie, waar we juist geen grip op hebben. Komisch is, hoezeer we dan kopieergedrag vertonen en wc-papier gaan hamsteren, terwijl dat helemaal geen logische keus is. Er zijn immers prima alternatieven, zoals deze Lunterse Krant! De reden dat wc-papier gehamsterd wordt, heeft waarschijnlijk simpelweg ermee te maken, dat de wc-papier-schappen groot zijn en dat leegte daarvan, veel meer opvalt. En waarschijnlijk ook weer ‘toeval’ dat het wc-papier hamsteren in de publiciteit is gekomen en dat wij, ‘unieke’, mensen dan dat gedrag kopiëren.
Er ontstaan daarbij nog twee interessante psychologische fenomenen. De eerste golf hamsteraars gaan echt hamsteren om het hamsteren, terwijl de tweede golf hamsteraars gaat hamsteren, omdat ze denken dat er door die eerste golf hamsteraars tekorten gaan ontstaan, waardoor het om die reden noodzakelijk wordt om ook te gaan hamsteren.
Het tweede interessante fenomeen is dat de overheid vervolgens benadrukt dat het ‘niet nodig is om te hamsteren’. Dit leidt tot het zogenaamde ‘neus-aanraak-effect’: als je een aantal keer tegen jezelf zegt; ‘ik ga niet mijn neus aanraken’ heb je heel grote kans, dat je dat juist wel gaat doen. De overheid heeft daardoor in eerste instantie -niet bedoeld- het hamsteren bekrachtigd. Door herhaling van die boodschap in combinatie met goed aanvoer van alle winkelvoorraden, zal op de langere duur overigens het hamsteren wel degelijk afnemen.
Kortom, Corona is voor de meesten van ons geen dreigend medisch probleem. Indien u zich zoveel mogelijk aan de voorschriften houdt, zal het Corona-virus dan ook alleen maar een tijdelijke, lastige, statistische en psychologische uitdaging zijn!
Martijn Stöfsel,
klinisch psycholoog