Het nest is leeg! Dat is maar goed ook. De jonge merels groeiden elkaar het nest uit. Na hun geboorte werden ze voortdurend gevoed door hun ouders. Vele wormen verdwenen in de hongerige snavels. Na verloop van tijd zaten de jongen in het nest als haringen in een ton.
Het moment dat ze uit zouden gaan vliegen kon niet lang meer op zich laten wachten. Het vertrek gebeurde buiten het bereik van de camera’s.
Van de ene op de andere dag waren ze verdwenen. Het kunstige en veilige nest lag er daardoor stil en verlaten bij. Waarom waren ze nu al vertrokken? De heg was groot genoeg, dus een tweede nest erbij bouwen was echt geen probleem geweest. Voor eigen veiligheid hadden ze hun ‘quarantainetijd’ nog wel met een aantal weken kunnen verlengen om te wachten op betere tijden. Maar wanneer zouden deze betere tijden dan aanbreken?
Het antwoord dat mij wordt ingegeven is oud maar nog steeds hoogst actueel: ‘Wat er was, zal er altijd weer zijn, wat er is gedaan, zal altijd weer worden gedaan. Er is niets nieuws onder de zon’ (Prediker 1:9).
Dat geldt voor mij en ook voor de merel. Haar leven bestaat uit: bouwen, broeden en uitvliegen. Het leven van ons wijkt daar in velerlei opzichten niet veel van af.
Aan ons is de opdracht gekregen om de aarde te bebouwen en te bewaren. In nauwe verbondenheid met mijn Schepper mag ik dit ‘zorgeloos’ doen, want: ‘Wanneer ik sterven zal weet God, en hoe ik sterven zal, weet Hij, dat is voor Hem, en slechts ’t gebod, dat ik zal leven is voor mij’ (J.P van Renssen).
Cock Kroon, Kerkelijk Werker
Hervormde Maranathakerk