Bulkwagen P. Bos veevoeders begeleid door muziekkorps Irene

EDERVEEN – Afgelopen vrijdag was er een bijzonder schouwspel te zien aan de Poelweg in Ederveen. Het varkensbedrijf VOF Esveld heeft bij monde van de jonge generatie, Henry Esveld, besloten om van voerleverancier te veranderen. 

Zijn bijzondere wens c.q. eis? Bij de eerste levering moest het muziekkorps van Irene voor de bulkwagen uitlopen.

Zo’n vraag heeft P. Bos veevoeders in haar 131-jarig bestaan nog nooit gekregen!  Gezien de vriendschappelijke verhouding zagen de jongere generatie van P. Bos veevoeders, Pieter, Dirko en Jan-Willem zich genoodzaakt om aan deze eis te voldoen. De goede contacten met muziekvereniging Irene kwamen daarbij goed van pas. 

Kwaliteit

Esveld stelt hoge eisen aan de kwaliteit van zijn voer. Hij wil gewoon goed zijn voor zijn dieren. Daarnaast heeft hij duurzaamheid hoog in het vaandel staan. Daarom wilde hij een voerleverancier in de buurt hebben. In dit geval een afstand van circa 2 km. Dat is pas echt dichtbij! Na afloop heeft men gezellig nog een hapje en een drankje genuttigd. 

P. Bos veevoeders is muziekvereniging Irene dankbaar voor de medewerking en beloond hen met een extra sponsorbijdrage.

Lees hier de online krant van deze week.

’t Hoefje neemt wederom het voortouw

LUNTEREN – Ook dit jaar waren ze er op tijd bij in ’t Hoefje. Langs de Westzoom hebben ze op een geslaagde en ludieke wijze invulling gegeven aan het Oud-Lunterse Dag-thema van dit jaar: ‘’t vereenegingsleeve het Lunteren veul saomehang gegeeve!’

Met enig recht kan worden gezegd dat ze daar in ’t Hoefje elk jaar toch maar weer mooi de aanzet geven voor de OLD-versieringen in het hele dorp. Een mooi voorbeeld dat verwijst naar het thema van de 47e OLD. Het gezamenlijk versieren van straat, huis of wijk zorgt voor veel samenhang

Lees hier de online krant van deze week.

Meer dan een halve eeuw met paard en wagen onderweg Gijs van de Kuilen zet er een punt achter

Lunters Nieuwsblad, 

woensdag 31 januari 1990, pag. 5

LUNTEREN – Na bijna 56 jaar is een vertrouwd beeld verdwenen uit Lunteren en directe omgeving. Eind vorig jaar besloot Gijs van de Kuilen te stoppen met zijn werkzaamheden. Meer dan een halve eeuw was hij vrijwel dagelijks met paard en wagen onderweg. Na vanaf 1939 zo’n twee-en-half jaar in dienst te zijn geweest bij Van den Brink uit Kootwijkerbroek, begon hij in 1941 voor zichzelf. In dat jaar nam Van de Kuilen de bodedienst Lunteren-Veenendaal over van Lunteraan Willem Mulder. 

Deze dienst, die toen al zo’n honderd jaar bestond, heeft hij 41 jaar lang uitgevoerd. 

Naar verluidt was hij de laatste in Nederland, die met paard en wagen een bodedienst onderhield. Daarna heeft Gijs van de Kuilen nog een aantal jaren ritten gemaakt met de huifkar. Aan al die activiteiten is nu een einde gekomen. Het paard werd november vorig jaar verkocht. De bodewagen doet nu dienst als opslagruimte…

In 1941 huurde Van de Kuilen een schuur om het paard en de wagen te stallen. Eerst was hij enkele jaren in de kost in Lunteren. In mei 1944 trad hij in het huwelijk. Het echtpaar huurde toen een woning en een stuk grond aan de Bisschopweg. In dat huis wonen ze nu nog steeds.

“In en na de oorlog heb ik vooral veel evacuées uit onder meer Wageningen, Renkum en Oosterbeek verhuisd. Ik heb zelfs een keer een mevrouw uit Lunteren naar Baarn verhuisd. Daar ben ik van ’s morgens vijf tot ’s avonds tien mee bezig geweest. Dat was in juni 1945. En ik weet ook nog heel goed, dat we toen in Amersfoort een kopje surrogaatkoffie hebben gedronken”, vertelt de inmiddels 77-jarige Van de Kuilen.

Melkrit

Iedere dinsdag en vrijdag ging Van de Kuilen met de bodewagen naar Veenendaal. Tegen acht uur vertrok hij uit Lunteren. Maar de wekker begon al veel eerder te rinkelen. Rond half zes begon de dag in huize Van de Kuilen met het melken van de vier koeien en het voeren van de varkens en de kippen. 

Twintig jaar lang reed Van de Kuilen ’s morgens ook nog een melkrit. Bij boeren aan het Woudse Wallepad haalde hij met paard en wagen de melk op, omdat de auto van de melkfabriek daar niet kon komen.

“Je maakt van alles mee onderweg. Bij het station in De Klomp kwam ik een keer twee vrouwen met vijf kinderen tegen. Ze waren net uit de trein gestapt en vroegen of er een busdienst naar Veenendaal was. Dat was niet zo, dus heb ik gezegd dat ze wel met mij mee mochten rijden. Dat vonden ze wel fijn, want anders moesten ze drie kwartier lopen. Ik heb ze meegenomen zo ver als ik ging. Daarna gingen ze lopend verder.”

“Later zag ik, dat er nog een grote babypop van één van de kinderen in de wagen lag”, vervolgt de voormalige bode, “Tussen de middag heb ik de pop voorop de transportfiets gezet en ik ben toen zachtjes door de Boslaan gereden. Ik wist dat ze daar naar toe gingen. Op een gegeven moment werd er tegen een raam getikt. En daar had ik ze gevonden. Die dames waren zo blij, dat ze me een gulden fooi gaven. En dat was een heel bedrag in die tijd.”

Draadje garen

“Ik heb vooral voor middenstanders van alles vervoerd. Dat varieerde van textiel, messen en scharen, die in Veenendaal geslepen werden, tot sigaren, sloophout en oud ijzer. Ook nam ik wel herenkostuums mee, die dan in Veenendaal vermaakt werden”, zegt Van de Kuilen, bij wie weer talloze verhalen naar boven komen. 

“Het gebeurde ook regelmatig, dat onderweg vrouwen naar buiten kwamen rennen met een draadje garen. Ze vroegen mij dan of ik bij de handwerkwinkel in Veenendaal die wol voor hun wou kopen. In die tijd werden ook nog dameskousen met ladders gerepareerd. Dat gebeurde eveneens in Veenendaal. Die kousen nam ik ook mee.”

De zestien bodes uit de regio troffen elkaar in Veenendaal bij bestelhuis Vonk. Daar werd de vracht uitgewisseld en overgeladen. Aan één van de muren van het bestelhuis hing een kastje met de namen van alle bodes. De telefoontjes voor de bodes werden bij Vonk aangenomen en mededelingen als: “Van de Kuilen moet bij Jansen langsgaan”, werden opgeprikt.

“Bij grossiers als de Vivo, Van Schuppen, Tak en Slotboom ging ik zelf vragen of ze nog een vrachtje voor me hadden. Natuurlijk werkten we ook samen. Ik heb ook wel eens spullen bij Van de Brink gebracht. En omgekeerd gebeurde dat natuurlijk ook”, aldus Van de Kuilen.

“Als ik ’s avonds uit Veenendaal terug kwam, was de wagen niet altijd leeg” vervolgt hij, “Spullen voor de berg (Goudsberg en omgeving, redactie) bijvoorbeeld moest ik dan altijd nog wegbrengen. Met de bodewagen kon je daar niet komen, dus die zaken moesten met de transportfiets weggebracht worden. ’s Zomers deed ik dat meestal nog diezelfde avond. Bij winterdag de volgende morgen. Daarnaast deed ik wel los voermanswerk. Ik heb regelmatig gegierd, geploegd en hooi ingehaald. Tot verleden jaar heb ik nog mest weggebracht voor tuinen.”

Uitje

De transportfiets ging ook altijd mee in de bodewagen. In het centrum van Veenendaal kon je met paard en wagen niet komen. Van de Kuilen liet zijn wagen achter bij Vonk en gebruikte dan de transportfiets om vrachtjes op te halen en weg te brengen.

In de vakantie gingen altijd allerlei kinderen met de bode mee. De belangstelling voor een tochtje met de bodewagen was zo groot, dat er een soort rooster gemaakt werd, zodat iedereen een keer aan de beurt kwam. 

“Voor de kinderen was dat een uitje. Het gebeurde, en ik praat nu over zo’n dertig jaar geleden, ook wel eens, dat kinderen uit Veenendaal ’s morgens met de eerste bus, die dienst werd toen uitgevoerd door De Haas, naar Lunteren kwamen, zodat ze met mij weer terug konden rijden”, vertelt Van de Kuilen lachend.

Ook de kinderen moesten regelmatig een handje helpen. Met de transportfiets brachten ze wel eens pakjes weg. “Bij sommige mensen mochten we binnenkomen en even met de voeten in het fornuis zitten om weer warm te worden. In de tussentijd kregen we dan een kopje chocola. Maar er waren ook mensen, die ons afscheepten en de deur gelijk voor onze neus dichtgooiden”, zegt zoon Gerrit, “Ook ma moest wel eens meehelpen. Als pa laat thuis kwam, moest ma de koeien al gemolken hebben. En ze heeft ook wel eens een pakje weggebracht.”

In de jaren zestig kwam in het hele land een einde aan de bloeitijd van de bodediensten. Van de Kuilen heeft een duidelijke mening over de oorzaak daarvan: “Toen gingen bedrijven fuseren. En de grote partijen werden met eigen vervoer weggebracht. Ook verdween een aantal zaken. Zo waren er in Veenendaal bijvoorbeeld vier suikergrossiers, waarvoor ik iedere week vracht moest meenemen. Die zijn allemaal verdwenen.”

Verschillende paarden heeft Van de Kuilen gehad. Met de ‘oude zwarte’, die hij drie jaar geleden verkocht, heeft hij 23 jaar gereden. Dit paard was, volgens Van de Kuilen, heel aanhankelijk. “Het is heel vreemd. Als je goed met ze omgaat, zijn alle beesten aanhankelijk. En dat geldt vooral voor paarden. De oude zwarte is wel eens met een andere koetsier meegeweest voor een huifkarrit. Onderweg naar De Wormshoef, waar vandaan de huifkarritten vertrokken, keek het beest regelmatig om of ik er ook aan kwam.”

In oktober van het vorig jaar heb ik de laatste huifkarritten gedaan. In 1982 was ik al gestopt met de bodedienst. Natuurlijk is het eerst wel raar, maar ik ben blij, dat ik er helemaal een punt achter gezet heb. Je wordt tenslotte toch een dagje ouder. Het was geen slecht werk, maar je moest je wel altijd jagen. Nu is het allemaal een stuk rustiger. Ik heb nog varkens, kippen en pinken om te verzorgen. En we kunnen nu ook zomaar ineens ergens op visite gaan als we daar zin in hebben. Je leert wel een hoop zo langs de weg. 

Ik zeg altijd maar: “Als je een hoop mensen ontmoet, dat je een hoop mensenkennis opdoet” ”, besluit Van de Kuilen.

Berta Pasman

Lees hier de online krant van deze week.

De Veluwse mutsen van Hennie Klein Wousje

LUNTEREN – Oplettende bezoekers van de Oud Lunterse Dag zien ze nog wel: de Veluwse mutsen op de hoofden van vrouwen in Oud-Veluwse klederdracht. 

Diezelfde oplettende bezoeker ziet, als hij geluk heeft, dat er verschillende modellen zijn. Elk model muts heeft een eigen verhaal en betekenis.

Positie van de draagster

Iemand die daar alles over kan vertellen, is een rasechte Lunterse: Hennie van Klein Wousje. Zij heeft een collectie van unieke en originele mutsen. In aanloop naar de 47e Oud Lunterse Dag ging de Lunterse Krant bij haar op bezoek – en kwam er maar met moeite weer weg.

Je zou denken: een muts is een muts. De een is meer geplooid dan de ander, de een is gehaakt en de ander egaal van stof. Maar allemaal vertellen ze het verhaal van de draagster – haar sociale positie.

Kantverkoper

De Veluwe van vóór de Tweede Wereldoorlog, en dan met name Lunteren en omgeving, was een streek waarin de welvaart maar mondjesmaat doordrong. Het dagelijkse leven bestond uit lange dagen van hard werken voor een vaak schamel loon. Het verschil tussen arm en rijk was dan ook levensgroot. Dat is ook terug te zien in de dracht van de mutsen.

De vrouw van een keuterboertje droeg bij haar dagelijkse werk een eenvoudig kapje, en voor de zondag was er een wat netter mutsje. Een echt mooie muts was voor velen niet weggelegd. Kortom, de rangen en standen waren af te lezen aan de mutsendracht. Hierbij was de achterzijde van de muts het belangrijkst – daaraan kon men zien in welke hoedanigheid de muts werd gedragen.

Strikje

Het strikje onder de kin mocht niet zichtbaar zijn. Men werkte dit op eenvoudige wijze weg onder de muts, of men droeg een lint.

Tot aan de Tweede Wereldoorlog kwam een kantverkoper langs de manufacturenwinkels met zijn waar. Welgestelde vrouwen hadden daar als eersten de keus uit het aanbod van het fijnste kant.

Sjaantje Stiefsel

Ruwweg zijn de Oud-Veluwse mutsen in drie categorieën te verdelen: voor de rouwperiode, de zondagse kerkgang en officiële bezoeken.

Een muts mocht beslist niet nat worden. Vrouwen droegen in die tijd een aantal wijde rokken over elkaar. Bij regen werd de buitenste rok van achter over de muts getrokken – als een soort paraplu. Daaronder droegen ze bijvoorbeeld een mooie, zwarte, gebloemde rok.

Als een muts nat werd, was de draagster daar niet blij mee. De muts moest dan helemaal uit elkaar worden gehaald. De brede band stof, soms wel een meter lang, werd vervolgens gewassen, gestreken, in stijfsel gezet en uiteindelijk weer geplooid. Een heel werk, dat niet in één dag klaar was. Dit werk werd meestal uitbesteed aan bijvoorbeeld de in Lunteren bekende Sjaantje Stiefsel. Waar die bijnaam vandaan komt, laat zich raden.

Soorten mutsen

Knipmuts of kerkmuts: Een muts met lange achterstrook, gedragen bij belangrijke gebeurtenissen zoals de kerkgang op zondag, bij een huwelijk of bij een bezoek aan de notaris. Vanaf de jaren 1960 werd het steeds minder gebruikelijk om in dracht naar de kerk te gaan.

 

Blauwe of groene band

Een blauwe (zie middelste foto rechts) of groene band om deknipmuts gaf de status van de draagster aan.

Dan was zij met een rijke boer getrouwd, die zes of meer koeien had. Een aantal waarmee je op de Veluwe in de de regio Lunteren tot de rijkere boeren behoorde. En dat moest getoond worden. 

Rotsmuts: Werd gedragen bij een bezoek, met op het voorhoofd twee of drie rijen muizentrapjes. Met drie strookjes behoorde de draagster tot de welgestelden van de gemeenschap, denk hierbij aan een rijke boer, notaris of andere notabele.

Kalot: Herkenbaar aan het hoge achterzijde. Deze muts werd gedragen bij het dagelijkse werk een werkmuts. Dit soort mutsen werden vaak door dienstboden werd gedragen. 

Dit mutsje werd ook wel ‘bonnetje’ genoemd. Denk aan het mutsje van huishoudster juffrouw Saartje uit de serie Swiebertje (1960–1975). Overdag droegen vrouwen en meisjes een zwart gehaakt mutsje; in de bedstee was deze wit.

Rouwmuts: Een effen muts zonder kant. Deze muts werd twee jaar en zes weken gedragen na het overlijden van een naaste. In deze periode werd bijvoorbeeld ook geen broche gedragen.

Kapothoedje: Dit werd door welgestelde dames op de rouwmuts gedragen. Via een verkoping van Lunthari (een vroegere folkloredansgroep uit Lunteren) kwam Hennie in het bezit van dit bijzondere exemplaar. 

Het kapothoedje kwam 

rond 1900 in de mode, 

overgewaaid uit Frankrijk. Het werd boven op de knip- of kerkmuts gedragen.

Na de rouwperiode kwam de halfrouwmuts, waarbij de bol doorschijnend was. Deze werd gedragen tot zes weken na het einde van de rouwperiode. In principe bleef men het verdere leven in rouw.

Onder de witte muts werd altijd een zwart mutsje gedragen tegen vuil en vette haren. De norm van hygiëne was in die tijd niet te vergelijken met de huidige maatstaven.

Lees hier de online krant van deze week.

Dinsdag 19 augustus vanaf 9.30 uur in Het Westhoffhuis ‘Is het Kunst of Kitsch?’

LUNTEREN – Ook deze zomer worden er voor de mensen die in de vakantieperiode thuis blijven veel extra activiteiten georganiseerd in Lunteren. 

ANBO-PCOB Lunteren, De Vluchtheuvel en Lunteren Aktief hebben gezamenlijk een middag ‘Is het Kunst & Kitsch’ georganiseerd in Het Westhoffhuis. 

Op dinsdag 19 augustus tussen 10.00 en 12.00 uur vindt ‘Is het Kunst of Kitsch’ plaats met taxateur Jan-Wolter van den Berg uit Utrecht. Hij brengt keer op keer weer spanning in de zaal als een item getaxeerd gaat worden. Iedereen die komt mag een voorwerp meenemen (geen poppen of meubels). Let op: Alleen voorwerpen die voor 10.00 uur zijn ingebracht zullen worden getaxeerd. 

‘Is het Kunst of Kitsch’ vindt plaats in de RABO zaal van Het Westhoffhuis te Lunteren. 

Meer informatie

De inloop is vanaf 9.30 uur. Iedereen is welkom en de toegang is gratis. Ook voor een kopje koffie of thee hoeft niet te worden betaald. Meer informatie staat op www.anbo-pcob.nlEde/Lunteren of www.vluchtheuvel-Lunteren.nl 

Lees hier de online krant van deze week.

Bronsttochten uitverkocht, maar…

REGIO – Van 20 september tot en met 18 oktober organiseert Natuurcentrum De Ginkel (voorheen Natuurcentrum Veluwe) in Ede bronsttochten. 

De belangstelling is zo groot dat alle avonden inmiddels zijn uitverkocht. Teleurstellend voor wie nog wil genieten van de edelhertenbronst.

Voor- en nabronst

Gelukkig is er soms nog een prachtige voor- en nabronst. Vóór 20 september en na 18 oktober zijn er nog tickets verkrijgbaar, en misschien kun je dan alsnog genieten van de geweidragers, het burlen en de onderlinge strijd. Je weet nooit welke verrassingen de edelherten in petto hebben.

Informatie

Tickets zijn te bestellen via 

www.natuurcentrumdeginkel.nl

Lees hier de online krant van deze week.

Bewoners van de OLD-boog Kreintje en Krelis hebben een appeltje te schillen met Ee

LUNTEREN – Kreintje en Krelis, de bewoners van de OLD-boog in het centrum van Lunteren, zijn glad overstuur geraakt. Wat is er aan de hand? Na de zomermarkt van afgelopen woensdag konden zij de volgende dag de deur niet meer uit. Gemeentewerkers hadden hun poort gebarricadeerd met hekwerk en verkeersborden. Zelfs een fiets was er geparkeerd.

Verse boterhammen

De redactie van de Lunterse Krant werd gevraagd om even bij ze op de koffie te komen. Tijdens het koffie-uurtje was er van de ellende niets meer te merken, maar het zat beide mensjes nog steeds erg hoog wat hen was overkomen.

“Meneer, weet u wel dat ik helemaal van de leg ben?” Kreintje zit er met een wit gezichtje zenuwachtig bij. “Ik wilde vanochtend wat verse boterhammen halen bij de bakker in het dorp, en ga dan ook nog even bij de slager aan. Dat doe ik elke ochtend heel vroeg, weet u wel, voor het praatje. Het zijn zulke leuke deeres, en ze hebben zo vroeg op de morgen nog tijd voor een gezellig babbeltje.”

De zuivere waarheid

“Nou, zal ik u wat vertellen? Ik kon gewoon de deur niet uit. Ik kreeg hem niet open! Krelis erbij gehaald, die mopperde dat ik hem bij de Lunterse Krant vandaan haalde. Maar ook met z’n tweeën kregen we de deur niet open. We keken door het ruitje, en wat dacht u? De gemeente heeft de zooi van gisteravond in ons poortje gemieterd. Neemt u het ons niet kwalijk, meneer, dat we het zo zeggen, maar het is de zuivere waarheid.”

Inmiddels waren er foto’s bij de redactie binnengekomen, die het verhaal van Kreintje en Krelis bevestigden. Betrokken Lunteranen hebben toen actie ondernomen en in de loop van de ochtend was de poort weer vrijgemaakt.

Podium op

Het verhaal zit Kreintje en Krelis nog steeds niet lekker. “Laat ze hun zooi onder het gemeentehuus in Ee zetten. Daor hebben ze ruumte zat! Krelis, weet je wat we doen? 

Op de Oud Lunterse Dag gaan we het die burgemeester uut Ee het eens haarfijn vertellen dat ze de rommel bij hun eigen moeten houden. Ik ga dat podium op! Zijn ze noe helemaal betoeterd?”

Lees hier de online krant van deze week.

Frisse start voor V.V. Lunteren 1 in Bosbad Lunteren

LUNTEREN – De A-selectie van de voetbalvereniging begon het nieuwe seizoen afgelopen zaterdag op een verrassende manier. Geen gras onder de schoenen, maar koel water om in te plonsen! In het Lunterse Bosbad zorgde trainer Cees Roelofsen voor een sportief programma met fanatieke baantjes en een hilarische afsluiter: de wedstrijd plankduwen. Met lachende gezichten en natte haren werd zo het startschot gegeven voor een veelbelovend seizoen.

Lees hier de online krant van deze week.

Vrijwilligers houden inbrekers aan in Lunteren en Nederwoud

LUNTEREN – In de nacht van zondag op maandag 28 juli ontdekte een bewoner aan de Molenparkweg in Lunteren dat onbekende personen zich op zijn erf bevonden en probeerden zijn auto te stelen. Toen zij merkten dat ze gezien waren, gingen ze er vandoor. De bewoner had inmiddels 112 en Lunteren Veilig gewaarschuwd.

Vrijwilligers van Lunteren Veilig bezetten kort na de alarmering alle uitvalswegen van het dorp. Achteraf bleek dat de verdachten slechts enkele seconden daarvoor het dorp per auto hadden verlaten. Omdat werd verwacht dat zij zouden terugkeren, is er in de daaropvolgende nacht gepatrouilleerd door afwisselende teams van Lunteren Veilig. Rond 03.00 uur werd opnieuw de vluchtauto van de nacht ervoor gesignaleerd. Deze ging opnieuw naar het adres aan de Molenparkweg. Opnieuw werden de politie en Lunteren Veilig gealarmeerd. 

De uitvalswegen werden bezet en er werden posities ingenomen rondom de woning. Toen de daders probeerden te vluchten, werd één van hen aangehouden door daadkrachtig handelen van de vrijwilligers (burgerarrest bij heterdaad) en kort daarna overgedragen aan de politie. De tweede persoon vluchtte over het spoor richting de Willem Welgravenlaan en wist – ondanks een achtervolging door vrijwilligers en de inzet van een drone – te ontkomen.

Later die dag, dinsdagavond 29 juli, werd er een inbraak gepleegd in het buitengebied nabij de Klomperweg / Drieënhuizerweg. Drie personen hadden daarbij een kluis buitgemaakt. Omwonenden alarmeerden Nederwoud Veilig. De inbrekers probeerden te voet te vluchten via omliggende maisvelden, maar twee van hen konden met behulp van de drone en vrijwilligers van Nederwoud Veilig alsnog worden aangehouden en overgedragen aan de politie. Ook de kluis werd teruggevonden.

In de dagen na deze acties is er intensief contact geweest met de politie in Ede. Daarbij is niet alleen het succes besproken, maar zijn ook mogelijkheden verkend om de samenwerking en communicatie verder te optimaliseren. Doel: maximale effectiviteit in de gezamenlijke inzet voor een veilig Lunteren.

In de afgelopen weken hebben de vrijwilligers meerdere dieven en inbrekers aangehouden. Zij maken daarbij gebruik van (communicatie)middelen die zij zelf bekostigen. De stichting Bescherm Lunteren ondersteunt initiatieven zoals Lunteren Veilig en Nederwoud Veilig. Ook u kunt bijdragen aan een veiligere omgeving. Met de link kunt u een gift (fiscaal aftrekbaar) overmaken.

Ziet u een verdachte situatie? 

Alarmeer na het bellen van 112 direct Lunteren Veilig via het nummer 0318-240138. Bezoek: lunterenveilig.nl | Facebook | Instagram

Lees hier de online krant van deze week.

Meet & Greet zomerexpositie De Koepel een succesvol initiatief

Henk de Rooy

LUNTEREN – Zaterdagmiddag vond er een Meet & Greet plaats in De Koepel. Bezoekers van de zomerexpositie in de Uitzichttoren van het Luntersche Buurtbosch konden kennismaken met de drie exposerende kunstenaars, t.w. Inge Blauw, Rita Codée en huisexposant Mary Duim.

In de persoonlijke ontmoetingen kreeg men een indruk over de werkwijze en het ontwikkelingsproces van de kunstenaar.

De Koepel is bij uitstek de plek waar exposities als deze tot hun recht komen. Op de twee eerste verdiepingen vormt de combinatie van drie verschillende kunstuitingen een prachtige combinatie. Juist door de veelzijdigheid van de geëxposeerde objecten.

Mary Duim en Rita Codée zijn van de voorjaars expositie doorgeschoven naar die van de zomer. Beide hebben hierin veel nieuw werk tentoongesteld en gewerkt aan nieuwe technieken. 

Nieuw deze zomer is Inge Blauw die met haar frisse en vrolijke kleurelementen naadloos meegaat in het werk van Mary en Rita. Voor Inge was het een verrassende ervaring om in De Koepel te kunnen exposeren. Met name de intieme sfeer van de expositieruimte sprak haar aan.

Inge Blauw

Het werk van Inge Blauw kenmerkt zich door het gebruik van frisse heldere tinten, waarbij het geel tot haar favorieten behoord. De natuur en bloemmotieven maken haar werk zeer aansprekelijk. Een ander element uit de natuur is de libelle. Lopende door De Koepel komt de schoonheid van de libelle in een aantal objecten naar voren.

Bijzonder zijn twee objecten van plastic. Twee langwerpige stroken met daarop het kleurrijke werk. Ook hier ontbreekt de libelle en de gele accenten niet. Dat dit werk onderdeel uitmaakt van de expositie is bijzonder. De twee stroken, bellekoorden volgens Inge, geven uiting aan een ontwikkelingsproces dat de kunstenaar is aangegaan.

Het resultaat dat te zien is in De Koepel in een proces dat gaandeweg ontstaat. Dat geldt voor al haar werk. Een goed voorbeeld hiervan is een groot geel doek op een van de wanden. Het is over een eerder werk geschilderd met de bedoeling een nieuw schilderij te maken. Bij het aanbrengen van een basis koos Inge ervoor niet verder te gaan en het doek het doek te laten. Over experimenteren gesproken!

Rita Codée

Vaste bezoekers van De Koepel hebben in het voorjaar al kennisgemaakt met de objecten van drijfhout. Voor deze zomerexpositie is Rita Codée aan het werk gegaan en heeft vele nieuwe werk ingebracht. Dit mededoor de vele enthousiaste reacties die zij, als Lunterse, mocht ontvangen.

Wat opvalt zijn enkele grote objecten en de toevoeging van een nieuwe element het gebruik van mensfiguren van klei. Verder is er kleur te vinden in haar geëxposeerde werk. Dit geven de objecten van drijfhout een zekere spanning mee, wat het werk interessanter maakt.

Het drijfhout komt uit Oostenrijk waar Rita het vindt aan de rivierbeddingen. Het is gevormd door het water dat het uit de bergen meeneemt. 

“De tekening die het hout in zich heeft boeit mij. We gaan met een lege skybox op weg naar Oostenrijk. Terug is deze geheel gevuld met drijfhout. Het zoeken naar hout is super leuk en om ermee bezig te zijn. Je gaat erover nadenken. Van drie houtjes maak ik bijvoorbeeld een vogel.”

Voor het grote werk van de zomerexpositie zijn echt wel meer houtjes nodig. Het is knap en bewonderenswaardig uit een verzameling houtjes een uil of een arend te zien ontstaan. 

Rita haalt har inspiratie overal; vandaan. “Laatst had de dominee in zijn preek over zien gezien worden. Dat bleef bij mij hangen. Was bezig met twee personen, maar wist niet goed hier invulling aan te geven. De preek gaf net het laatste zetje.”

Mary Duim

Wat opvalt met deze zomerexpositie de verandering die Mary in haar werk heeft doorgevoerd. Het zijn de objecten die zijn gemaakt van porselein met een basis van is pure klei, dracu geheten. Wit is hierbij overheersend. Een aantal ervan kenmerken zich door het intense zwart dat de objecten een eigen lading geeft. Het gebruik van klei en porselein geeft spanning bij het ontstaansproces. De krimp bedraagt 20% en heeft Mary hiermee terdege rekening te houden. Er staan een paar objecten met daarin een waxinelichtje. Het past er mooi in, maar bij het ontstaansproces moet daar wel rekening mee worden gehouden. 

Het intense zwart bij een aantal objecten ontstaat door een bijzonder proces. In het kort: Mary maakt hierbij gebruik van oliedrums met daarin een gasbrander. De klei, dracu, wordt in eerste instantie verhit 1000 graden in een afgesloten drum. Hierna wordt het object eruit gehaald en wordt er zaagsel in een tweede drum gedaan en vervolgens het nog roodgloeiende object.  

Het zaagsel gaat branden en er ontstaat een rookontwikkeling. Zie het als bij het roken van vis e.d. Het zwarte van het keramiek van Mary ontstaat door het roken en waar geen glazuur is aangebracht wordt zwart. Het zijn deze weetjes in het ontstaansproces van de tentoongestelde werken die de zomerexpositie in De Koepel een extra lading meegeeft. Het verhaal achter de kunstwerken maakt dat het niet bij een vluchtig zien blijft, maar dat ernaar gekeken wordt. 

Openingstijden De Koepel

Uitzichtoren De Koepel (Luntersche Buurtbos) is geopend van: dinsdag t/m zondag geopend van 13.00 tot 15.00 uur. 

De entreeprijs is 2 euro per persoon. Vrienden van het Luntersche Buurtbosch hebben gratis toegang tot De Koepel, zij mogen gratis 1 introducee meenemen. 

Voor het napraten over de expositie, of de indrukken rustig te kunnen laten bezinken bent u welkom op het gezellige terras van  de Pleisterplaats bij De Koepel. 

Voor meer informatie: buurtbosch.nl 

Lees hier de online krant van deze week.