Leo Roos blikt terug op onderduiktijd aan Luntersekade

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zitten de Joodse Leo Roos en zijn moeder Rozet ondergedoken bij Jan en Heintje van Dooren aan de Luntersekade. Tachtig jaar na de bevrijding bezoekt Kees van Dooren en zijn oudste dochter (kleinzoon en achterkleindochter van Jan en Heintje) Leo Roos in San Diego. Een goed moment om veel oorlogsherinneringen van Leo op te schrijven.

Auteur: Kees van Dooren

Het contrast is enorm: nu woont Leo Roos met zijn vrouw Sonya op de twintigste verdieping van een luxe appartementencomplex in San Diego (VS), voorzien van alle faciliteiten. Tachtig jaar geleden zat hij met zijn moeder Rozet op de boerderij van Jan en Heintje van Dooren aan de Luntersekade, tussen Lunteren en Ederveen. Toen ontbrak elke vorm van luxe.

Desondanks kijkt Leo Roos met een goed gevoel terug op de periode op de boerderij. Die begint eind september 1944. Een halfjaar eerder verlaat hij met zijn ouders noodgedwongen Amsterdam, trekken ze van Ede naar Heelsum en komen uiteindelijk in Lunteren terecht. 

Het was een lange en gevaarlijke tocht. Tijdens die reis wordt zijn vader Andries gearresteerd. Niet omdat hij Joods is, maar voor zijn rol in het verzet. Hij is actief met het vervalsen van identiteitsbewijzen en voedselbonnen. Dat kost hem het leven; hij wordt kort daarna in Apeldoorn gefusilleerd. Zijn lichaam is nooit teruggevonden. Leo en zijn moeder weten wonderwel uit handen van de vijand te blijven.

In november hoopt Leo Roos 88 jaar te worden. Zijn verstand is nog goed en zijn geheugen messcherp. In zijn kantoor, met fraai uitzicht over San Diego, vertelt hij over de tijd aan de Luntersekade. Die duurt uiteindelijk een jaar, want na de bevrijding in mei 1945 kunnen zijn moeder en hij niet terug naar Amsterdam. Ze hebben geen huis meer. 

Om tijdens de oorlog minder op te vallen, bleekt Heintje van Dooren regelmatig de haren van Leo. Dat gebeurt met waterstofperoxide. Leo Roos: “Dat brandde enorm. Maar mijn ogen bleven natuurlijk gewoon donker. Dat kon ze niet veranderen.”

Het bleken wordt beloond, want Leo mag altijd naar buiten. Dat ziet hij als een groot voordeel ten opzichte van eerdere onderduikadressen. Hij speelt met Piet, de zoon van Jan en Heintje. Samen spelen ze met de buurkinderen. Hij leert ook fietsen op de Luntersekade. Dat was toen een zandweg met diepe sloten ernaast. Leo Roos: “We hadden regelmatig natte sokken.”

Er moest ook gewerkt worden. Jan van Dooren maakt Leo verantwoordelijk voor de verzorging van een kalf. Als dit klein is, moet hij het melk voeren. Naarmate het dier groter wordt, krijgt het ook hooi of gras. Een andere taak is eieren zoeken. Op de boerderij zijn naast koeien ook kippen, varkens en geiten. De geiten worden ook geslacht voor het vlees, weet Leo nog. Leo en Piet moeten vooral eieren zoeken op de plaatsen waar Jan van Dooren zelf niet bij kan komen.

Piet van Dooren met zijn vader en moeder.

 

Het leven aan de Luntersekade is voorspelbaar. ‘s Ochtends eten ze pap. Tussen de middag is er warm eten en na het avondeten moeten ze van Heintje van Dooren de Bijbel lezen, oefenen met schrijven en dan gaan ze mens-erger-je-niet spelen. Meestal met z’n vieren: Heintje van Dooren, Leo’s moeder, Leo en Piet. Zodra Leo naar school kan, blijkt het thuisonderwijs zijn vruchten af te werpen. Hij gaat in Amsterdam naar een basisschool met zo’n 250 Joodse kinderen. Leo Roos: “De oudsten waren twaalf jaar en soms nog nooit naar school geweest. Veel konden er niet schrijven. Ook wist ik meer van de Bijbel dan mijn klasgenoten. Zowel van het Oude als Nieuwe Testament.” Een ander ritueel is dat Heintje van Dooren elke vrijdag de oren van de beide jongens schoonmaakt. Leo Roos: “Ze had gelijk, want ik heb nauwe gehoorgangen.” Heintje van Dooren en Leo’s moeder zijn altijd bezig en praten over van alles en nog wat, weet Leo zich te herinneren. Het is net na de slag om Arnhem. Na de luchtlanding komt veel parachutedoek beschikbaar. Dit doek bestaat uit nylon en satijn. Rozet en Heintje van Dooren naaien daar kleding van voor Piet en Leo. Vooral shirts, geen broeken. Ook breien de vrouwen sokken. Leo Roos: “Op de boerderij is altijd werk.” Dat is er ook buiten. Er staan fruitbomen en er is een tuin. Leo Roos: “Wij hebben altijd genoeg te eten gehad.”

Leo en zijn moeder zijn niet de enige onderduikers. Er zitten bij Van Dooren ook verzetsstrijders. Jongens die niet willen werken voor de vijand of actief verzet plegen. De samenstelling van deze groep wisselt voortdurend. Een van de onderduikers is Herman van de Kaa, een bekende naam in Lunteren en omgeving. Van de Kaa is in 2020 overleden. Hij sprak altijd met respect over Jan van Dooren en noemde hem een man van weinig woorden. Dat blijkt als Van de Kaa zelf een schuilplaats nodig heeft. Een handlanger vraagt dan aan Van Dooren of dat bij hem kan. Die antwoordt: ‘Laat maar komen, die jong.’

Achter de boerderij aan de Luntersekade staat een hooiberg. Jan van Dooren drukt Piet en Leo voortdurend op het hart dat ze daar niet in mogen spelen. Leo Roos: “Een paar dagen voor de bevrijding begreep ik waarom. Toen waren er ineens heel veel mensen om de hooiberg leeg te halen. Die zat vol wapens en munitie.” De wapens gebruiken de mensen om hun goederen te beschermen. De Duitsers proberen op hun vlucht namelijk van alles mee te nemen. Na de oorlog hangt het Rode Kruis op de Dam in Amsterdam lijsten op met namen van Joodse mensen die weer in beeld zijn. Dan wordt bevestigd wat Rozet al weet: haar man leeft niet meer. Leo: “Dat was erg moeilijk voor mijn moeder.” Een jaar na afloop van de oorlog krijgen Leo en zijn moeder hun eerste huis, aan de Linnaeusparkweg 15 in Amsterdam. Ze wonen daarvoor enkele maanden bij vriendinnen van zijn moeder. Iedere schoolvakantie gaat Leo logeren op de boerderij van familie Van Dooren. In het begin met zijn moeder, later reist hij ook alleen.Tot 1950. In dat jaar besluit zijn moeder om naar Amerika te emigreren. Daar woont een tante van Leo, Eef Lewenstein. Ze varen met de Veendam van Rotterdam naar Hoboken, in New Jersey. Dat ligt vlakbij New York. Hij kijkt zijn ogen uit. Leo Roos: “Het hoogste gebouw in Nederland had zes verdiepingen. New York heeft het Empire State Building.”

In 1956 doet hij zijn High School-examen. Daarna gaat hij naar de City University of New York. Daar ontmoet hij zijn vrouw Sonya. Van 1961 tot 1965 studeert hij aan de universiteit van Cincinnati. Hij werkt zich op tot hoofd onderzoek en ontwikkeling van een internationaal bedrijf in de chemische industrie.

Leo en zijn vrouw krijgen drie kinderen: Joel, Lori en Robin. Ze hebben vijf kleinkinderen en vier achterkleinkinderen. Nederland en Lunteren zal Leo niet vergeten. Leo Roos: “Rekenen doe ik altijd in het Nederlands. Met het alfabet heb ik de gewoonte in het Nederlands te beginnen.” In zijn appartement heeft hij nog lepels en asbakken die herinneren aan zijn geboorteland en specifiek aan Lunteren. 

De band en het contact tussen de families Roos en Van Dooren zijn tachtig jaar later nog steeds intact.

Lees hier de online krant van deze week.