Gert Mondria, een markante Lunteraan: “Zeg maar Gertje, zo noemt iedereen mij”

Henk de Rooy

LUNTEREN – ‘Heb je Gert al gesproken?” Vraagtekens komen in wolkenkaders voorbij. “Jij zou Gertje toch interviewen?” Plotsklaps gaat er een licht branden. “Ja dat klopt heb hem net gesproken.”

Midden in Lunteren werd ik aangesproken door een bekende. “Hij was gisteren nog bij mij, toen vertelde hij dat je hem vandaag zou spreken. Gertje was behoorlijk zenuwachtig, dat kan ik je wel vertellen.”

Gertje is Gert Mondria een bijzonder persoon en wie kent hem niet in Lunteren. Je ziet hem altijd op de fiets, of praten met deze of gene.

Mooie tijd in Lunteren

Op het redactiekantoor komt Gert: “Zeg maar Gertje, want zo kennen ze mij bij het voetbal.”, trouw elke week de Lunterse Krant halen. Een stuk of twintig kranten. “Voor mijn buren in Ede, dat vinden ze hartstikke leuk joh.” In het begin van het jaar opperde hij wanneer hij nu eens in de Lunterse Krant kwam. “Gert, wat heb jij dan te vertellen?”

De handschoen werd opgepakt en zo zat ik die vrijdagochtend in mei op het bankje bij de Eendjesvijver. Het werd een mooi, goed en boeiend gesprek, over de in Kootwijkerbroek geboren en in Lunteren opgegroeide Gertje. Ik blijf het toch vreemd te vinden om hem als Gertje te verwoorden.

Het werd een gesprek over een bewogen leven, geboren in 1954, zoals gezegd in Kootwijkerbroek en op tweejarige leeftijd verhuisd naar Lunteren. “Ik ben geboren aan de Garderbroekerweg in Kootwijkerbroek. Toen ik twee jaar was verhuisde in naar de zuster van mijn vader in Lunteren, omdat mijn moeder niet voor mij kon zorgen. Ik heb een mooie tijd gehad in Lunteren en nog steeds.”

Hij ging er naar school en koos uiteindelijk voor het werken in de zorg. Maar daarvoor was Slachterij Stroomberg 12.5 jaar zijn werkgever. De slagerij werd ingewisseld voor verzorgingstehuis De Klinkerberg in Ede, waar hij 35.5 jaar heeft gewerkt in de keuken en algemene dienst. Gertje werd 64.5 jaar en vond het toen welletjes. “Ik dacht: Stop ermee en ga lekker met pensioen! Dat is nu 4.5 jaar geleden.”

Serieus en menens

Dat vv Lunteren zijn cluppie is wordt niet onder stoelen en banken gestoken. Op de tribune van het sportpark De Wormshoef heeft Gertje een eigen zitplaats. “Ik ben lid van de club-van-50 en heb een zitplaats voor drie jaar gekocht. Dan kan ik het mooi vanaf de tribune naar Lunteren kijken. Daar geniet ik echt van.”

Het is de vereniging waarbij hij in zijn jeugd nog heeft gevoetbald. Momenteel heeft hij er zijn passie gevonden als grensrechter bij jeugd onder de 19 jaar. En denk maar niet dat dit iets is van zozo! Neen, met Gertje als grensrechter maak je de kachel niet aan. Een geintje en humor is hem niet vreemd, maar met de vlag in de hand wordt het echt serieus en menens.

Stadion De Meer

VV Lunteren kan dan in zijn hart zitten, maar de grote liefde is toch wel Ajax. Het geel-zwart verliest het dan op punten van het rood-wit. “Mijn eerste wedstrijd dat ik Ajax zag spelen was in 1968. Ik was toen een jaar of veertien en ging met een stel Molukse jongens naar Ajax in Amsterdam. Ze speelden tegen FC Twente en wonnen met 3-0. Dat was nog in het stadion De Meer. Het is nu al 20 jaar weg, maar ik mis het nog steeds. De Meer was het échte Ajax-stadion.”

Sinds die dag stroomt het rood-witte bloed door zijn aderen. En is Ajax een verzamelobject geworden, met een eigen museum bij hem thuis.

Gertje heeft ook meegelopen in de stille tocht na het overlijden van Johan Cruijff. “Dat was heel mooi en ontroerend. Van Betondorp naar De Meer.”

op het bankje bij de Eendjesvijver wordt het even stil.

De koffer

Het interview moest wel voor 2 juni plaatsvinden, wan op die dag was Gertje voor vier maanden vertrokken. Vertrokken naar het plaatsje Calella, aan de Costabrava in Spanje. Daar heeft hij zijn tweede thuis gevonden. Ter plekke, in zijn vaste hotel, staat dan zijn koffer klaar met schoon gewassen goed. 

“Ik ga voor het strand, de mensen, de natuur en de rust. De mensen zijn er spontaan en niet zo gestrest als hier. Calella is een mooi plaatsje met mooie kerken. Daar brand ik dan een kaarsje. Ik ga altijd naar hetzelfde hotel, daar kennen ze mij, in daar laat ik ook de koffer achter tot voor het volgende jaar. Ik heb er echt weer zin in om te gaan!” Niet verwonderlijk, want na twee jaar, vanwege de corona, wordt het weer tijd om de koffer weer uit te pakken. 

Lees hier de online krant van deze week.