Expositie Antoon Markus verlengt tot februari 2023 Een bohemien in Museum Lunteren

Henk de Rooy

Vanwaar komt het licht bij die paal op de kribbe? Heb oog voor die fijne penseelstreek van de twee berkenbomen. Merk de drie boerenhoeven op, met een paar krachtige vlakken zijn weergegeven. Zie het subtiele gebruik van het potlood in zijn tekeningen. Kortom de schilderijen en tekeningen van Antoon Markus (1870 Arnhem – 1955 Oosterbeek)verdienen de aandacht. Kom eens wat dichterbij, ontdek de details en het verhaal van het schilderij of de tekening Ga op ontdekkingsreis in de Schatzaal van Museum Lunteren en treedt in de voetsporen van de Arnhemse bohemien Antoon Markus. De expositie van Antoon Markus is verlengd tot februari 2023.

 

Hoge luchten en lage kim

Wat het werk van Antoon Markus bijzonder maakt is de verhouding lucht-land. Hij is bekend van zijn ‘hoge’ luchten. Dit is terug te zien in zijn werk. Horizonten met een lage kim, met daarboven hoge luchten in al hun variaties, van de openluchten in het voorjaar en zomer tot de woeste en dreigende luchten van de herfst en winter. Telkens weer word je getroffen door het licht dat op het aardse valt, zoals bij ‘Rivierenlandschap met bruggetje bij Arnhem, 11 juli 1923’.

Arnhem, het is de stad waar Antoon Markus is geboren in een gezin waar serieus met kunst werd omgegaan. De eerste tekenlessen krijg hij van zijn vader Antoon Markus senior. Vaardigheid in het tekenen en schilderen doet hij op in Arnhem (1886-1887) en vervolgens aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam (1888-1891). Terug in Arnhem gaat hij lesgeven aan de tekenschool van zijn vader de ‘School voor Beeldende Kunsten’.

 

Elk plekje, een krabbel

Antoon Markus was een chaotische persoonlijkheid, maar nummerde wel al zijn schilderijen en schetsen. Dit hield hij nauwkeurig bij in aantekenboekjes. Er moeten er enkele honderden zijn geweest. Want zelfs het eenvoudigste schetsje werd genummerd. Elk plekje wat hij zag werd een krabbel. Met schetsen kwam hij het dichts bij de werkelijkheid. In het Museum Lunteren hangen er van deze vluchtige schetsjes een aantal aan de wand.

De stad Arnhem gaat de bohemien Markus steeds meer ervaren als een dwangbuis. Hij moest erop uit en In 1899 begint hij aan een ‘wandeltekentocht’ die tot eind 1901 zal duren. Vanuit Arnhem, via Maastricht loopt hij naar België en tekent alles wat hem in het landschap boeit. Hij wandelt langs rivieren als de Ourthe, de Lesse en de Sambre.
In Gent huurt hij, boven een café, voor veertien maanden een kamer. Een periode die wordt gebruikt om al het schetsmateriaal uit te werken.

 

De onrust in Markus doet hem verder trekken, het Kanaal over. In 1901 strijkt hij neer in Londen en krijgt hij de gelegenheid stage te lopen in het atelier van de beroemde Friese schilder Laurens Alma Tadema (1836-1912). In Engeland was Tadema een van de meest gerenommeerde schilders van het laat-19e-eeuwse Groot-Brittannië.

In Londen wordt van zijn tekeningen een tentoonstelling georganiseerd.

Terug in Nederland vestigde Markus zich nabij zijn geboortestad, aan de Drielsedijk in Elden (1907). Waar hij een verdieping huurt in een herenhuis.

 

Houtsprokkelaars

De chaos in zijn lijf komt tot rust bij het maken van voettochten door de omgeving. De vele schetsen zijn hiervan een geschenk voor de hedendaagse kunstliefhebbers. Het toont de kijker in Museum Lunteren het landelijke leven uit de eerste jaren van de twintigste eeuw. Een hard en zwaar bestaan, dat Markus treffend weet weer te geven: ‘Houtsprokkelaars voor boerderij – 4 juni 1912’. De onrust groeide de routine van alle dag begon te knellen. De verre horizon lokte. Zwerven wilde hij, indrukken opdoen. De bohemien ging weer op pad.

 

3e wandeltocht

Vanuit Elden was Antoon, al schetsende, begonnen aan zijn ‘2e wandeltekentocht’, die anderhalf jaar zou duren. Via de Belgische Ardennen werd uiteindelijk Parijs bereikt, waar we hem in 1908 aantreffen. De hoofdstad van der bohemiens.

Hij raakt daar gefascineerd door de werken van de beeldhouwer Auguste Rodin (1840-1917) en de kunstschilder Jean-Baptiste Corot (1796-1875).  Dat een uitspraak van Corot die hem zeker heeft aangesproken is: ’kies een boom en schilder die steeds opnieuw in een ander licht en vanuit een ander perspectief’.

Het bewijs hiervan bevindt zich in het plaatselijke museum van de Duitse stad Kleef (net over de grens bij Nijmegen).

Gedurende een maand liep hij rondom Kleef en verkende de stad en het landschap vanuit verschillende gezichtspunten. De boom van Corot als metafoor voor Kleef. Het resultaat: Vele honderden schetsen. Een dertigtal ervan werd geschonken aan Museum Haus Koekkoek in Kleef. Dit was het resultaat van zijn korte ‘3e wandeltocht’ in 1925 naar Kleef.

 

Geldersche Kunsthandel

Terug in Elden, rond 1910, volgt een ontmoeting met Henri van Lerven (1833-1954). Deze heeft in Arnhem een atelier ‘Geldersche Kunsthandel’ en vandaaruit regelt hij de verkoop van het werk van Markus. Deze kunsthandelaar zou een belangrijke factor worden in het leven van de van oorsprong Arnhemse schilder. In zijn ‘stal’ bevonden zich de betere kunstenaars, die op Markus een stimulerende werking hadden. Hij kreeg nieuwe energie en zijn werk kwam in een creatieve stroomversnelling.

 

Kennis van het zwart

In 1915 trouwt Markus met Anna Balster (1883-1954) en het echtpaar verhuisd naar Oosterbeek. Een paar jaar na zijn verhuizing krijgt de schilder een tegenslag te verwerken. Zijn anker Henri van Leven stopt in 1918 met zijn atelier ‘Geldersche Kunsthandel’. Van het ene op het andere moment was Markus ontheemd. Hij kon zijn werk plotsklaps niet meer onderbrengen.

Het werd een ommekeer in zijn leven en ontwikkelde een geheel eigen stijl van grijs op grijs en zwart op zwart. Werken met grijs betekent dat de schilder veel kennis van het zwart moet bezitten.

Markus had altijd al een fijne en geraffineerde hand van tekenen, of zoals hij het verwoordde: Je praat iets op papier.

Het plezier van het zien en ontdekken zie je terug in de schetsen van Markus.

Het ontwikkelen van zijn eigen stijl werd positief ontvangen, maar er kwam ook kritiek. Hieraan was Antoon echter gewend. Men vond zijn keuze van onderwerpen en de uitvoering daarvan soms wat eentonig en zwaarmoedig.
Kritiek raakte hem echter nauwelijks en hij is zijn hele carrière trouw gebleven aan zijn persoonlijke opvattingen en inzichten.

Zwervend en zoekend

Antoon Markus was een excentrieke en ongebonden persoonlijkheid. Een kleurrijk artiest waarover veel anekdotes de ronde doen. Het liefst werkte hij ‘en plein-air’ zwervend en zoekend naar het juiste onderwerp. Antoon Markus was een fervent landschapsschilder.

Zijn oeuvre omvat ca. 10.000 tekeningen en ca. 4000 schilderijen.

Lees hier de online krant van deze week.