Cuvée De Frel: De achtervolging van de Havanna man

Nee, ik word geen schrijver van detectives, alhoewel de titel mij wel integreert en ik al nadenk over een plot. Al eerder heb ik in deze krant een indruk gegeven over de complexiteit van het jargon van de wijnliefhebber of wijnprofessional. Het valt mij op dat vele mensen slordig omgaan met geuren en smaken, menigeen is eenvoudigweg niet geïnteresseerd in de veelheid aan geuren en smaken, men beleeft het niet. Dit schrijvende bedoel ik niet louter wijn, persoonlijk kan ik intens genieten van geurimpressies van struiken of bloemen in bloei, van kruiden of van de geur van humus tijdens een boswandeling op een zonnige zondagmorgen na een regenbui. 

Gare du Nord

Voor corona stopte mijn trein op het Gare du Nord in hartje Parijs. Met gezwinde pas verliet ik de Thalys trein en het prachtig geornamenteerde station. Mijn neusvleugels begonnen enigszins te trillen toen ik de geroosterde tonen van een kwaliteitssigaar rook, een sublieme Havanna. Ik werd gedwongen om een eindje achter de Havanna man te blijven lopen.

Wijnterminologie 

Achter de gebruikte termen zit voor de wijnkenner en wijnliefhebber een wereld van begrip. Een wijn die grassig of groen smaakt is waarschijnlijk het product van te vroeg geplukte druiven. De zuren zijn rauw en vormen geen harmonisch geheel met andere smaakcomponenten, die overigens dan ook niet in voldoende mate aanwezig zijn. Laf en flauw is een wijn die zuren mist, zo’n wijn heeft geen mooie afronding en valt vlak weg. Gelukkig zijn er ook vele levendige, vitale wijnen, fris en vol jeugdig elan. Soms zegt men dat een wijn een bodemsmaak heeft, op z’n Nederlands niet bepaalt aantrekkelijk en toch is het een positieve kwaliteit. Als je de Franse term voor deze smaak hoort dan smaakt de wijn meteen al een stuk beter, namelijk ‘goût de terroir’, hiermee wordt bedoeld dat de wijn treffend getuigt van de bodem waarin de wijnstok wortelt. Bijvoorbeeld in Châteauneuf-du-Pape waar de bodem is bedekt met grote keien, die men ook wel ‘Galets Roules’ noemt. De bodem en de ondergrond zijn robuust en zo is de wijn ook. 

Zo compleet anders is de bodem in het gebied waar de Sancerre, Poully-Fumé en Menetou-Salon worden gewonnen aan de Loire. Argilo-calcaire noemen we deze bodem, argile staat voor klei en calcaire voor kalkhoudend. Deze combinatie staat voor een perfecte waterhuishouding en mineraliteit. Deze wijnen worden geproduceerd van de Sauvignon-druif en de geur, het boeket van de wijn is zo kenmerkend dat de wijnliefhebber deze wijn onmiddellijk zal herkennen. Bijzonder is dat sommige geuren in het Nederlands een negatieve connotatie hebben terwijl deze in het frans juist positief bedoeld worden. De geur van deze wijnen van de Sauvignon-druif wordt ook wel kattenpis genoemd of de geur van de buxus struik, deze geur komt inderdaad wel dicht bij kattenpis maar wordt niet als vies beschouwd, in tegendeel. Nog zo één, ‘goût de pétrol’, oliegeur, kan deze term ook positief worden uitgelegd? Jazeker, hiervoor moeten we naar de Rieslingdruif in Frankrijk naar de Elzas maar vooral in Frankrijk aan de Rijn en de Moezel. De Rieslingdruif, afkomstig van een steenrijke bodem, bijvoorbeeld leisteen, vormt na jaren van rijping een olieachtig boeket en dat smaakt bijzonder, complex en vooral aangenaam. Een mooie, rijpe witte Bourgogne van de Chardonnay-druif kan een volle geur, een boeket van roomboterbabbelaars prijsgeven. 

‘De wijn heeft kurk’, dat is een zeer negatieve indruk van een wijn, veroorzaakt door gechloreerde verbindingen in de kurk. De wijn smaak louter naar kurk en is ondrinkbaar, ronduit smerig. Een wijnhandelaar zal een dergelijke fles dan ook zonder probleem vervangen. 

De wijn heeft een mooie kleur en is lekker

Aangezien de kleur al veel over het karakter van een wijn kan vertellen is het raadzaam om de kleurintensiteit en kleurschakering zo precies mogelijk te benoemen. Een rode wijn kan diep van kleur zijn, maar ook heel licht en dun. Hij kan robijnrood, paarsrood, purper, violet, granaatrood, steenrood, dakpannenrood, mahonie of zelfs roestbruin zijn. Denk bij de laatste kleurtoon aan een rijpe vintage Port of een rijpe Sherry Ximenez. Een witte wijn kan waterig bleek of amberkleurig zijn en alles er tussenin. Van groenig via geel, goudgeel tot oud goud. Zo gedetailleerd kan een als er een kleur kan worden beschreven zo kan er ook over de geur en smaak worden gesproken. Ter wille van de systematiek is een schema ontwikkeld van een tiental geurgroepen met daarbij behorende geurassociaties. Enkele van de belangrijkste van de florale groep zijn viooltjes, lelies, rozen, kamille, acacia, lindebloesem en meidoorn. Dan de fruitgroep met onder andere appel, peer, perzik, meloen, framboos, aardbei, braam, pruimrozijn, walnoot, hazelnoot en amandel. De kruidengroep met onder andere anijs, laurier, munt, venkel, tijm en specerijen zoals nootmuskaat, kaneel en kardemon. Tot de balsemachtige geuren rekent de wijnproever onder andere hars, eucalyptus, pijnboom, teer en de eerder beschreven ‘goût de pétrol’. We kunnen nog een tijdje uitweiden over chocolade, gekookte bietjes, zoethout, zadelleer, azijn en mottenballen. Een goede wijn kan rijkgeschakeerd zijn en dus komt men dan tot de benoeming van de smaak tot de combinatie van aroma’s. Soms zeer complex en verfijnd verweven. Maar met het smaakaroma is men er nog niet, want een wijn heeft ook een smaakstructuur en intensiteit. Een wijn kan in de mond vlezig, stoffig, stroef, droog, hard, rauw, romig, vettig, dik, glad en nog veel meer zijn. Soms lees je of een wijn  vrouwelijk, dan wel mannelijk is, lastig wanneer je weet dat er gespierde vrouwen en frêle mannen zijn… Alle geur- en smaakcomponenten en dan bedoel ik de schakeringen, de structuur en de intensiteit moeten een harmonisch geheel vormen. 

Jill Sanders No.4

De oude houten terrasstoel had ik 45 graden gekanteld tegen de witgepleisterde muur van het eenvoudige eethuis van het Portdorp Pinhao. Genietende van het prachtige uitzicht van de ruige granieten vallei werden mijn oogleden zwaar, te zwaar. De zon zonk stiekem weg, alleen vogels onderhielden de verbinding tussen Morpheus en de wereld. Een zweem van Jill Sanders no.4 prikkelde de reukzintuigen, het inwendige alarm werkte want het was dezelfde parfum die ik had opgemerkt in de hotelkamer van de gewurgde wijnkoper Charles Hamilton. Ik ontwaarde een jonge vrouw, elegant gekleed met een haute couture hoofddekstel alsof ze zou meedingen naar de hoogste eer op Ascot. De enige, niet onbelangrijke, dissonant was dat zij een koele, staalblauwe Magnum-45 revolver op mij gericht hield. 

De moraal van dit verhaal: Ontwikkel je wijnkennis en je wordt betrokken in een internationale wijnfraude of redt het vege lijf aan de Douro in Portugal.

Lees hier de online krant van deze week.