Column René Verhulst: Stofvlokje

Archeologen kunnen aan de hand van opgravingen goed bepalen hoe er in de oudheid werd geleefd. Wat werd er gegeten, welke dieren werden er gehouden en welke grafrituelen waren er. Om maar eens iets vrolijks te noemen. Maar ook ziektes en veldslagen laten hun sporen achter. Ook kun je zien hoe de samenleving was georganiseerd, zelfs of er een vorm van democratie was.

Hoe kan dit laatste dan, vraagt u zich af. Notulen van vergaderingen van een paar duizend jaar geleden bestaan er echt niet meer. In Midden-Amerika zijn steden ontdekt van duizenden jaren voor het begin van de jaartelling, dus ook nog ver van voor de Inca’s en de Azteken. Sommige van die steden hadden een paleis of een groot versterkt huis op een strategische plek, meestal hooggelegen, dan was er een koning of een militair heerser. Dan was ook ongeveer het einde van zo’n tijdperk te zien aan de hand van verwoestingen, brandlagen of menselijke resten met verwondingen. Andere steden hadden geen centrum van de macht, maar een grote hal waarin men bijeenkwam. Die hal lag in het midden van zo’n stad en er leidden brede straten naar toe. Dat in tegenstelling tot die paleizen die lastig toegankelijk waren gemaakt. Zelfs waren er kleinere hallen in wijken, naast die centrale hal. Dat soort samenlevingen hielden het veel langer vol, veel minder conflicten. Belangrijkste agendapunten waren toen de voedselvoorziening en de opslag en de verdeling er van. Eigenlijk een voorloper van de politiek nu die het meeste gaat over de verdeling van schaarse middelen. Maar toen was er nog geen geld.

Ik vind het een fascinerend verhaal. Zeker als je bedenkt dat wij in die tijd nog als jagers in dierenvellen rondliepen en er elders al beschavingen met landbouw en handel waren.Ik wil nu niet naar onze huidige beschaving, als ik die nog zo noemen mag. Wat zou men van ons vinden als Ede over 8000 jaar wordt opgegraven? Het Raadhuis, een burcht of een baken van de democratie door al die wegen die er naar toe leidden. Het station, waar waren die rails voor. Het Landmark op de Ginkelse Heide, waar diende dat toe. Windmolens, zonnepanelen, een Sherman tank. Het prikkelt de fantasie aan alle kanten, maar ook het besef dat wij maar een stofvlokje in de tijd zijn. En dat we die tijd dat we er zijn zo goed mogelijk en democratisch met elkaar moeten gebruiken want dan blijft de maatschappij langer in stand. Opgegraven resten van pakhuizen met graan versus gevonden doorboorde schedels, het scheelde honderden jaren.

Lees hier de online krant van deze week.