Een klein, markant op een hoek gelegen landhuis van n bouwlaag, uitgevoerd in een sobere rustieke trant. Het huis stamt uit 1927.
Hoofdvorm en dak
Een klein bakstenen landhuis met een wolfdak, gedekt met riet. Het pand is voorzien van strekken boven de vensters. Alle vensters zijn (behalve indien anders vermeld) uitgevoerd als roedendraaivensters, meestal voorzien van paneelluiken.
Voorgevel
De voorgevel heeft links een inpandig hoekportiek. rechts een dubbel venster. In het portiek bevindt zich een Hollandse deur met ruit. Het portiek heeft op de hoek een gemetselde pilaar, waarop twee lateien rusten. Ter hoogte van de verdieping bevindt zich een vensterstrook. De gevel bevat twee jaartalankers. het ene vermeldt ‘ANO
1822. (niet ANNO), het andere ‘ANNO 1927’.
Linkergevel
De linkergevel heeft geheellinks een dubbel venster in een uitstekende partij onder een doorgetrokken dakschild. Daarnaast bevinden zich vensters ter hoogte van de trap. Op de hoek is het portiek.
Rechtergevel
De rechtergevel is eenvoudig van structuur en bestaat uit twee dubbele vensters.
Achtergevel
De achtergevel heeft links een hoog venster met roeden, in het midden een dubbel roedendraaivenster en geheel rechts een aanbouw. Ter hoogte van de verdieping is een vensterstrook zoals in de voorgevel.
Kadastraal perceel
B 1170.
Motivering
Het in 1927 gebouwde landhuis is van algemeen belang vanwege:
schoonheid, vanwege het bouwtype met voor landhuizen kenmerkend rieten dak, hoekportiek en de gaafheid; cultuurhistorie. vanwege de markante situering en de plaats in de landhuisbebouwing van Lunteren.
Bron
Monumenten-inventarisatie gem. Ede.