De in 1914 gebouwde, opvallend rijzige hallehuisboerderij De Ketel met een groot, door bomen omzoomd erf waarop diverse bijgebouwen staan. De boerderij maakt deel uit van de vrij gave agrarische structuur van Meulunteren, waartoe naast de (gaafheid van de) boerderij vooral het geboomte op en rond het erf bijdraagt.
Hoofdvorm en dak
De hallehuisboerderij is opgetrokken van baksteen en voorzien van een zadeldak (aan de voorzijde afgewolfd) gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. Ter hoogte van het achterhuis zijn ventilatiekappen aangebracht. In de zijgevels zijn rechte ankers toegepast. Er is een plint.
Interieur
Het achterhuis heeft twee dekbalkgebinten met nokstijlspanten voorzien van een overgekeepte balk. Verder zijn er groepen, hilden, paardenstal en knechtenkamer.
Bijgebouwen
Schuur:
De schuur, waarschijnlijk tijdens of kort na de bouw van de boerderij gebouwd, is langwerpig en opgetrokken van baksteen. Het zadeldak is voorzien van pannen. Er zijn verschillende deuren en vensters. In de voorgevel is een schuifvenster aangebracht ter plaatse van een vertrek, waarschijnlijk een werkplaats.
Hooibergen:
Er zijn twee hooibergen: n met twee houten roeden en een kap met golfplaat, n met drie stalen roeden en een kap van golfplaat (deze grote berg niet beschermd).
Wagenschuur:
Er is een lange, lage wagenschuur (waarschijnlijk 1950- 1960) uitgevoerd in hout en voorzien van een dak gedekt met gesmoorde Hollandse pannen.
Voorgevel
De voorgevel is symmetrisch ingedeeld en telt vier traveen (op de verdieping twee). De traveen bevatten een negenruits schuifvenster onder een strek en op de begane grond voorzien van paneelluiken.
Linkergevel
De linkergevel heeft ter hoogte van het achterhuis gevels van 1950-1960. Verder zijn er opgeklampte deuren en stalvensters met betonnen roeden. Ter hoogte van de knechtenkamer is een stolpvenster aangebracht. De kamer wordt vanwege de grote hoogte van de zijgevels niet -zoals gebruikelijk -via een daklicht verlicht. Op de scheiding tussen voor- en achterhuis is een deur aangebracht met daarboven een stolpvenster. Rechts daarvan is een schuifvenster zoals in de voorgevel met daaronder een koekoek voorzien van een venster met diefijzers.
Rechtergevel
De rechtergevel heeft ter hoogte van het voorhuis een nieuwe deur onder een bovenlicht met verticale roeden, geflankeerd door schuifvensters zoals in de voorgevel (het rechter met gewijzigd bovenlicht). Rechts hiervan is een kleine uitbouw, dan volgt een lange, de hele lengte van het achterhuis beslaande aanbouw van 1920-1940 onder een lessenaarsdak met golfplaat. Deze is voorzien van stalvensters met ijzeren roeden.
Achtergevel
De achtergevel is op de aanbouw links na symmetrisch.
In het midden zijn dubbele inrijdeuren onder een segmentboog, geflankeerd door kleine vensters en opgeklampte mestdeuren. In de top zijn twee stalvensters. Alle vensters in de achtergevel zijn voorzien van betonnen roeden, behalve die van de aanbouw (daar zijn ijzeren roeden toegepast).
Overige informatie
Het bouwjaar (1914) is medegedeeld door de eigenaar.
Kadastraal perceel
H 2097.
Motivering
De grote, rijzige hallehuisboerderij De Ketel (van oorsprong bouwboerderij, nu veehouderij) uit 1914, met een door eiken omgeven erf en bijgebouwen is van algemeen belang vanwege:
schoonheid, vanwege het bouwtype (grote bouwboerderij met een ondanks de aanbouw gaaf exterieur en zeldzame gebintconstructie), de schuur, de hooiberg met twee roeden, het erf met waardevolle beplanting (onder andere de omringende eiken en de oprijlaan); cultuurhistorie, vanwege de plaats van de boerderij in de agrarische geschiedenis en nog bestaande structuur van Meulunteren; de boerderij staat bovendien markant aan een kruising.
Bron
Monumenten-inventarisatie gem. Ede. Gemeentelijk monument.