Een in 1930 door J .W .Dinger uit Naarden ontworpen landhuisje, vroeger Janneke geheten. Het huis telt n bouwlaag onder een steil zadeldak. Aan de rechterzijde is een nieuwe aanbouw (valt buiten de bescherming). De bewoners woonden eerst op het naastgelegen pand, nr. 16, ook door Dinger ontworpen. Toen dat huis te groot voor hen was geworden lieten zij dit huis bouwen.
Hoofdvorm en dak
Het in baksteen opgetrokken huis bestaat uit n bouwlaag onder een rijzig zadeldak. Het dak is gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. Aan de linkerzijde is een kleine dakkapel met roedendraaivensters. Aan de rech- terzijde is een grote nieuwe dakkapel.
Voorgevel
De voorgevel is symmetrisch. In het midden is een kleine uitbouw onder een zadeldak met dezelfde vorm als het huis. De uitbouw heeft op ooghoogte een vensterstrook. De topgevel is bekleed met rabatdelen, in het midden is een smal driehoekig venster in de trant van de Amsterdamse school. Aan weerszijden van de uitbouw is een boogdeur met daarnaast een lage muurdam of bloembak. De deur links is een Hollandse deur met ruit, in de onderdeur verticaal geplaatste delen, de deur rechts heeft verticaal geplaatste delen. In beide deuren hebben de verticale delen ook een decoratieve functie. De gevel wordt door een windveer afgesloten.
Linkergevel
De linkergevel heeft ongeveer halverwege een sprong. Links daarvan is een groot venster met aan weerszijden draairamen met laddermotief, rechts een hoog in de gevel geplaatste vensterstrook.
Achtergevel
In het midden van de achtergevel is een vijfzijdige uitbouw. Daarin bevinden zich een tuindeur en roedendraaivensters. Erboven is een balkon met een baksteen borstwering. Het balkon is bereikbaar via dubbele balkondeuren in een inpandig portiek onder een betonplaat.
Omgeving
Voor het huis staan twee kastanjes.
Overige informatie
Ontwerper: ir. J.W. Dinger uit Naarden (vriend.med. van de heer De Nie, eigenaar; informatie inleiding: vriend.med. van de heer Van Ree, Kastanjelaan Oost 16).
Kadastraal perceel
K 2620.
Motivering
Het kleine landhuis, in 1930 gebouwd naar ontwerp van J.W. Dinger, is van algemeen belang vanwege:
schoonheid, vanwege het bouwtype landhuis, in dit geval uitgevoerd met een hoog dak, en vanwege de details die herinneren aan de Amsterdamse school (topgevel, deuren); cultuurhistorie, vanwege de relatie met de villa- en landhuisbebouwing in dit gedeelte van Lunteren, waar zich verschillende andere door Dinger ontworpen panden bevinden; het naastgelegen pand is ook van hem en voor dezelfde opdrachtgevers gebouwd.
Bron
Monumenten-Inventarisatie gemeente Ede.