Onverhuld: Brutalisme

In mijn vorige column had ik het over de mentale sprong die we misschien moeten maken, als het gaat over de groei van Ede. En dat illustreerde ik aan de hand van de komst van de kazernes rond 1900 en de ENKA-fabriek in 1925. Beide ontwikkelingen zorgden voor een sprong in groei aan bewoners en voorzieningen. En kijk eens wat we er aan overgehouden hebben: twee hele mooie en zeer gewilde woonwijken. Eigenlijk was ik nog zo’n sprong vergeten. Die valt ook wat minder op omdat dat in een heleboel gemeenten gebeurde.

Na de Tweede Wereldoorlog werd in Ede een tekort van 2000 woningen berekend. De verstedelijking, want dat was die sprong, begon met de naoorlogse hoogbouw in Veldhuizen en Ede-Zuid en later meer met nieuwe wijken zoals Maandereng, de Rietkampen in 1988 en 10 jaar later Kernhem. Dat ging gepaard met een toename van de bedrijvigheid, de NOBO (koekjes) en verzekeraar Victoria Vesta zijn bekende namen uit die tijd. Door de goede verbindingen vestigden ook veel bouw- en distributiebedrijven zich op nieuwe bedrijventerreinen. Niet alles ging zonder slag of stoot.

In het najaar van 1971 vond een protestmars plaats tegen de bouw en de hoge kosten van het Raadhuis. Meer dan een groeistuip, het brutalisme een architectonische stroming, ook bekend van de Bijlmer leverde een nieuw Raadhuis op in blokachtige structuur van gewapend beton. De architect vleide dit gevaarte tegen de Paasberg aan, waarbij ook nog een bestaande straat moest wijken. Het is nu een rijksmonument, sommigen vinden het mooi, anderen afschuwelijk. Het is wel een prettig gebouw om in te werken, licht en ruim, maar dat is de binnenkant. Brutaal, dat was het toch wel.

Lees hier de online krant van deze week.